2. Bhv als onderdeel van de risico-inventarisatie

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier MT Rendement

Publicatiedatum: mei 2022

Er zijn binnen uw organisatie één of meer bhv’ers aangewezen om restrisico’s zo goed mogelijk te beheersen. Maar om te weten wat de restrisico’s zijn, moet eerst bekend zijn wat de ‘normale’ risico’s zijn. Die risico’s zijn te vinden in de risico-inventaristie en -evaluatie (RI&E). Een aanvullende manier om een goede en volledige bhv-organisatie op te zetten, is het inrichten van een bedrijfsnoodorganisatie.

De Arbowet verplicht werkgevers een bhv-organisatie op te zetten. De RI&E is daar een onmisbare bron voor. Voegt uw werkgever daar een zogenoemde bedrijfsnoodorganisatie aan toe, dan is de bhv geen ad-hocoplossing, maar maakt uw werkgever op organisatieniveau beleid voor de bhv en het beperken van risico’s voor bhv’ers en werknemers.

Bedrijfshulpverlening verschilt per organisatie

bezoekers

Risico’s verschillen uiteraard per organisatie. Soms zijn er grotere risico’s, omdat de werknemers bijvoorbeeld veel met gevaarlijke stoffen werken. Maar denk ook eens aan bezoekers die niet precies weten waar de nooduitgangen zijn. Kortom: iedere organisatie vraagt om een eigen bedrijfsnoodorganisatie. Die is niet te kopiëren van een ander, want iedere organisatie heeft andere risico’s. Dat komt bijvoorbeeld door de werkzaamheden, maar kan ook komen door de locatie.

2.1 Risico-inventarisatie en -evaluatie

Natuurlijk zijn niet in elke organisatie de risico’s even groot. In kantooromgevingen lopen de werknemers over het algemeen een kleiner risico dan in de zorg, de industrie of de bouw. Daar staat tegenover dat kantoorwerk wel sneller een risico geeft op specifieke klachten aan de nek, schouders en armen, zoals RSI/KANS. De RI&E van een kantoor...

2.2 Bedrijfsnoodorganisatie

Aangezien de Arbowet de werkgever verplicht dat de bhv ‘zodaning is georganiseerd dat zij hun taken naar behoren kunnen uitvoeren’, moet er een goede bhv-organisatie zijn. Met de gegevens uit de RI&E gaat uw werkgever aan de slag om de organisatie van de bedrijfshulpverlening op te zetten. Dat gaat verder dan een bhv-plan waarin zaken staan...

2.3 Uitzonderingen in bedrijfsnoodorganisatie

Het opstellen van een bedrijfsnoodorganisatie zoals hiervoor is beschreven, is in de praktijk iedere keer weer anders. Zeker als uw organisatie niet één, maar juist meerdere locaties heeft. Vooral het aantal vestigingen en afwijkende werktijden hebben grote invloed op een organisatie. 2.3.1 Meerdere locaties Een bedrijfsnoodorganisatie is...

2.4 Structuur bhv-organisatie

Naast de risico’s komen er ook praktische vraagstukken opborrelen bij het opstellen van een bedrijfsnoodorganisatie. Zoals de vraag voor welke structuur uw werkgever kiest. Hiërarchisch Een bhv-organisatie die is opgezet volgens de hiërarchische methode werkt met een aantal ploegen van bedrijfshulpverleners, die soms ook weer allemaal worden...

2.5 Bhv-plan

Met een goede bedrijfsnoodorganisatie is de stap naar een bhv-plan niet meer zo groot. Het is handig om het bhv-plan op te nemen als onderdeel van de bedrijfsnoodorganisatie. In dat plan komen de volgende onderdelen aan bod: basisgegevens van de organisatie plus belangrijke telefoonnummers; calamiteiten en afspraken, waaronder de alarmnummers van...

2.6 Toezicht door de Arbeidsinspectie

De Arbeidsinspectie hanteert als uitgangspunt dat organisaties op het gebied van bedrijfshulpverlening organisatorisch maatwerk moeten leveren. Maatwerk moet gebaseerd zijn op een actuele RI&E. De Arbeidsinspectie kijkt naar: Staat er een RI&E op papier en is deze intern bekend? Is de RI&E getoetst door een gecertificeerde...

U bent hier