U bent hier

2. De escalatieladder

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: november 2019

Ongewenst gedrag hoeft zich niet van de ene op de andere dag voor te doen. Vaak ontwikkelt het zich en gaat een collega, een leidinggevende of een klant steeds een stapje verder, totdat een werknemer gedrag als ongewenst ervaart. De werksituatie escaleert en de werknemer moet aankloppen bij de vertrouwenspersoon. Die kan de escalatieladder gebruiken om een inschatting te maken van de ernst van de situatie.

instrument

escaleren

De vertrouwenspersoon gebruikt de ladder als een instrument en kan daarmee bepalen in welke fase de situatie zich bevindt. Zodra hij dat weet, kan hij met de melder bespreken welke rol hij kan vervullen in deze situatie. De escalatieladder geeft een duidelijk beeld van de manier waarop ongewenst gedrag kan escaleren. Een situatie kan op de ladder stijgen en dus verergeren, maar het omgekeerde is ook mogelijk. Het ongewenste gedrag kan ook dalen op de ladder en de-escaleren.

Stel: een melder klopt bij de vertrouwenspersoon aan met de vraag hoe hij een klacht kan indienen bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon probeert dan eerst een beeld te krijgen van de situatie en te verkennen of er nog andere mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld een gesprek – al dan niet onder begeleiding van een bemiddelaar – met degene die...
De escalatieladder bestaat uit zeven stappen, die hieronder worden uitgelegd. 2.2.1 Van onvrede tot klacht In deze fase is een werknemer ontevreden over gedrag van één of meerdere mensen. Hij ervaart het als ongewenst. De werknemer probeert dit aan de orde te stellen bij deze persoon of personen of een (andere) collega. Ook kan hij zijn verhaal...