Bij economische overgang al AB-winst

Het moment van overdragen van het economisch belang van de aandelen in uw bv is beslissend voor het belasten van de behaalde aanmerkelijkbelangwinst (AB-winst). De fiscus moet dit moment aanmerken als het realisatiemoment voor de AB-winst. Dit is recent bepaald door de rechter in Den Bosch.

De man in deze zaak had 30 van de 66 aandelen en bezat dus een aanmerkelijk belang in deze bv. Hij verkocht de aandelen in de bv op 30 december 2000 aan een nieuw opgerichte houdstervennootschap waarvan hij enig aandeelhouder was. De verkoop werd vastgelegd in een onderhandse akte. Op 24 juli 2001 leverde de man de juridische eigendom van de aandelen in de bv. Hij vermeldde echter niets over een aanmerkelijk belang in zijn aangifte inkomstenbelasting 2001, omdat de man van mening was dat de overdracht eind 2000 had plaatsgevonden. De inspecteur was het hier niet mee eens en legde een navorderingsaanslag met boete op. De rechtbank in Breda moest zich eerst buigen over deze zaak en aangeven wanneer de aandelen waren overgedragen.

In verkeerde jaar belast

De rechtbank stelde dat de medeaandeelhouder pas zijn akkoord gaf bij de juridische overdracht op 24 juli 2001 en bepaalde dus dat de fiscus de AB-winst in 2001 mocht belasten. Het gerechtshof in Den Bosch vond echter dat er tussen de man en de medeaandeelhouder al overeenstemming bestond op het moment van het sluiten van de overeenkomst op 30 december 2000. Daarnaast was de overgang van het economisch belang beslissend voor het realisatiemoment van de AB-winst. En de man had de toestemming van de medeaandeelhouder niet nodig voor de overdracht van het economisch belang. De inspecteur had de AB-winst dus in het verkeerde jaar belast, want het realisatiemoment was al in 2000. Het gerechtshof gaf de man gelijk en vernietigde de navorderingsaanslag.
Hof Den Bosch, 29 oktober 2010, LJN: BP3710