Identiteit onderneming bepalend voor HIR

Het vormen van een herinvesteringsreserve (HIR) is niet mogelijk als de identiteit van de onderneming zodanig is gewijzigd dat eigenlijk sprake is van een nieuwe of andere onderneming. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank in Haarlem.

In deze zaak ging het om een poffertjes- en pannenkoekenrestaurant. Elk jaar had de onderneming ook wat bijverdiensten door het verkopen van vuurwerk. In 2006 moest de onderneming de activiteiten van het restaurant staken en verkochten ze het pand. De onderneming was echter niet gestopt met de verkoop van vuurwerk en ging door met deze activiteit vanuit gehuurde ruimtes. Daarnaast hielden ze zich nog bezig met een schildersbedrijf. De onderneming had de boekwinst van de verkoop van het pand ondergebracht in een herinvesteringsreserve. Deze reserve wilde de onderneming gebruiken voor de nieuwe locatie, die nodig was voor de verkoop van vuurwerk. De inspecteur vond dat een herinvesteringsreserve niet mogelijk was, omdat de onderneming niet werd voortgezet.

Verkoop vuurwerk was bijkomstig van aard

De rechter gaf aan dat de verkoop en opslag van vuurwerk geen hoofdactiviteit was geweest. Na de staking van de onderneming waren de activiteiten van de onderneming veranderd. De onderneming hield zich namelijk alleen nog maar bezig met het vuurwerk en met de exploitatie van het schildersbedrijf. Hierdoor is de identiteit van onderneming wezenlijk veranderd. Het vormen van een HIR was dan ook niet mogelijk, omdat de onderneming bestaande uit het poffertjes- en pannenkoekenrestaurant eigenlijk was gestaakt. De inspecteur had dus gelijk en de ondernemer moest direct afrekenen over de boekwinst op de verkoop van het bedrijfspand.
Rechtbank Haarlem, 7 maart 2011, LJN: BR1305