U bent hier

Onderneming & Fiscus
Ontbreken kennis is genoeg voor kwade trouw

Ontbreken kennis is genoeg voor kwade trouw

Wil de fiscus bij u navorderen dan moeten ze een nieuw feit hebben. Ontbreekt dit nieuwe feit dan kan de Belastingdienst alleen nog navorderen als er sprake is van kwade trouw. De inspecteur moet dan wel kunnen aantonen dat u bewust een onjuiste aangifte heeft ingediend. Uit een recente uitspraak van de rechtbank in Breda blijkt dat het laten invullen van de aangifte door een medewerker met onvoldoende kennis een vorm van kwade trouw is.

De inspecteur mag pas uitgaan van kwade trouw als de belastingplichtige opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt of opzettelijk informatie heeft achtergehouden. In deze zaak ging het om een bv waarvan alle aandelen werden gehouden door een andere bv (moeder). De bv had een schuld aan de moeder waarop de thincapregeling van toepassing was. Een accountantskantoor verzorgde de aangifte vennootschapsbelasting voor de bv. De accountant die de aangifte invulde, hield geen rekening met de thincapregeling. De Belastingdienst legde daarom een navorderingsaanslag op. De bv vond echter dat navorderen niet mogelijk was, want er was geen sprake van een nieuw feit.

Bewust risico

De rechtbank bepaalde dat de inspecteur geen nieuw feit had in deze situatie. Hij had immers alle gegevens op het moment van kennisneming van de aangifte en had toen ook kunnen afwijken van de ingediende aangifte. Het was echter wel zo dat het accountantskantoor door het laten invullen van de aangifte door de accountant – die onvoldoende kennis van fiscale zaken had – de aanmerkelijke kans liep dat de aangifte onjuist was. Door de gekozen werkwijze binnen het kantoor liepen ze bewust dit risico. Voor de rechters was dit voldoende om te spreken van kwade trouw. De fiscus had dus terecht een navorderingsaanslag aan de bv opgelegd.
Rechtbank Breda, 4 mei 2012, LJN: BW9013