Opgewekt vertrouwen soms boven de wet
Als u ervan mag uitgaan dat de inspecteur een fiscale kwestie heeft beoordeeld – bijvoorbeeld omdat u hem daar speciaal om heeft gevraagd – is sprake van opgewekt vertrouwen. Dat het effect hiervan ver kan doorwerken, blijkt maar eens uit een recente hofuitspraak.
De man waar het in deze zaak om ging, had in 2000 een stichting opgericht waaraan hij giften deed door bepaalde kosten niet te declareren. Bij zijn aangifte inkomstenbelasting (IB) over dat jaar had hij enkele bijlagen gevoegd waarin hij de inspecteur vroeg te erkennen dat de stichting als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) zou worden aangemerkt. Op dit verzoek reageerde de inspecteur niet. Vervolgens stelde de inspecteur de aanslag IB over dat jaar vast conform aangifte, net als de drie opvolgende jaren. Daarna besloot de inspecteur dat de stichting niet als ANBI kon worden aangemerkt, waardoor hij de giftenaftrek in 2004 en 2005 weigerde. Hier was de man het niet mee eens. Hij vond dat hij gewoon gebruik mocht blijven maken van de aftrekpost, omdat er sprake was van opgewekt vertrouwen.
Geen ANBI, toch aftrekpost
Gerechtshof Amsterdam gaf de man hierin gelijk toen de zaak inmiddels in de hoger beroepsfase beland was. Volgens de rechter had de inspecteur door niet te reageren op het verzoek om de stichting als ANBI aan te merken en vervolgens jarenlang de aftrekpost goed te keuren laten blijken dat de aftrekpost akkoord was. Ondanks dat de stichting geen ANBI was, mocht de man in zijn IB-aangifte over 2004 en 2005 dus toch giften aan deze stichting blijven aftrekken op basis van opgewekt vertrouwen.
Gerechtshof Amsterdam, 29 april 2010, LJN: BM5664