U bent hier

Onderneming & Fiscus
Verkoop en levering bepalen afronden executie

Verkoop en levering bepalen afronden executie

Voor het einde van een executieverkoop is bepalend of de verkoop en levering is afgerond. Mocht de onderneming echter failliet gaan voor het afronden van de executieverkoop, dan eindigt de executie door een faillietverklaring. Dit blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad, waarbij de rechter moest aangeven of de executieverkoop al was afgerond.

Mocht u belastingschulden niet betalen, ook niet na een aanmaning en een dwangbevel, dan kan de fiscus beslag leggen op uw zaken. Uiteindelijk zal door middel van een executieverkoop van bijvoorbeeld uw onroerende zaken geprobeerd worden om geld binnen te krijgen, zodat de belastingen betaald kunnen worden. Een faillissement kan er echter toe leiden dat de fiscus de executie niet kan afronden, omdat de executie dan eindigt door de faillietverklaring. De Belastingdienst is een preferente schuldeiser en komt dus voor de andere schuldeisers. Wel moeten eerst nog de boedelschulden, zoals het salaris van de curator, huur en salaris na faillissementsdatum, betaald worden. Het is voor de fiscus dan altijd afwachten wat er overblijft.

Executieopbrengst valt niet in de faillissementsboedel

In deze zaak had de Belastingdienst in september 2004 en in mei 2006 beslag laten leggen op de onroerende zaken van een onderneming. In augustus 2006 werd de onroerende zaak tijdens een executieverkoop verkocht. Het bedrag dat overbleef na verkoop en betaling van de hypotheek en de kosten werd op de bankrekening van de notaris gestort. In september 2006 ging de onderneming failliet en rekende de curator het bedrag van de executieverkoop tot de faillissementsboedel. De fiscus was het hier niet mee eens en vond dat de executie al was afgerond en het bedrag dus niet tot de faillissementsboedel behoorde.
De rechter moest nu aangeven of de curator dit bedrag terecht tot de faillissementsboedel rekende. Volgens de Hoge Raad eindigde de executie door de verkoop en levering van de onroerende zaak. De executie was dus afgerond en de onroerende zaak behoorde niet meer tot het vermogen van de onderneming. De executieopbrengst viel niet in de faillissementsboedel. De Hoge Raad was het eens met de Belastingdienst.
Hoge Raad, 29 april 2011, LJN: BP4948