U bent hier

Onderneming & Fiscus
Door ruim loonbegrip is voordeel ook loon en geen winst

Door ruim loonbegrip is voordeel ook loon en geen winst

De rechter vindt het voordeel dat een werkgever aan zijn werknemer gunt gewoon loon. De werknemer had het voordeel als winst uit onderneming aangegeven en zelfstandigenaftrek geclaimd, maar door het ruime loonbegrip valt het voordeel onder het loon uit dienstbetrekking.

In deze zaak ging het om een vrouw die als koster in dienstbetrekking bij een kerkgemeenschap was. Bij kerkdiensten uitvaarten enz. in het kerkgebouw zorgde de vrouw voor drank en versnaperingen. Zij bracht hiervoor vergoedingen in rekening aan de opdrachtgevers. Maar voor de kerkgemeenschap hanteerde zij wel lagere vergoedingen dan voor andere opdrachtgevers. Ook zorgde zij voor de inning van de huur van de ruimte. De vrouw vond dat de door haar verrichte horecawerkzaamheden een onderneming vormde. Zij claimde dus zelfstandigenaftrek (tool) in haar aangifte inkomstenbelasting. Hier was de inspecteur het niet mee eens. Hij vond dat de horecavergoedingen tot het loon uit dienstbetrekking behoorden.

Niet rechtstreeks verstrekt aan werknemer

De rechter was het met de inspecteur eens. Een van de taken van de vrouw was de exploitatie van de keuken van de kerk. Hierover was in een verklaring van de kerkenraad aangegeven dat de vrouw de keuken voor eigen rekening exploiteerde en dat de kerk recht had op de levering van consumpties tegen een afgesproken vergoeding. De rechtbank trok hieruit de conclusie dat de vrouw de horecawerkzaamheden uit hoofde van haar functie als koster uitvoerde. Door het ruime loonbegrip, alles is loon wat iemand uit een dienstbetrekking geniet, behoorden de vergoedingen tot haar loon ook al waren deze niet rechtstreeks aan haar verstrekt. De rechter hechtte niet zoveel waarde aan de woorden van de vrouw dat ze zelf geld in keukenapparatuur had geïnvesteerd om tot het oordeel te komen dat ze de horecawerkzaamheden als zelfstandig ondernemer verrichte. De vergoedingen waren dus loon.
Rechtbank Noord-Nederland, 29 augustus 2019 (gepubliceerd 12 september 2019), ECLI (verkort): 3803