U bent hier

Onderneming & Fiscus
Belastingrente VPB niet terug naar 8%, maar naar 4%

Belastingrente VPB niet terug naar 8%, maar naar 4%

Vanwege de coronacrisis verlaagde het kabinet de invorderingsrente en de belastingrente naar 0,01%. De invorderingsrente blijft tot 31 december 2021 nog zo laag maar de belastingrente is vanaf 1 oktober 2020 naar 4% gegaan. Dit geldt naast de inkomstenbelasting (IB) ook voor de vennootschapsbelasting (VPB). Het percentage voor de VPB bedroeg voor de coronacrisis nog 8%.

De Belastingdienst brengt belastingrente (tool) in rekening als hij een aanslag te laat kan vaststellen doordat de aangifte te laat is ingediend of als het bedrag in de aangifte onjuist is. Was dit het geval, dan bedroeg de belastingrente voor de IB (en andere belastingen) 4% en voor de VPB zelfs 8% voor de coronacrisis. Het kabinet besloot in maart 2020 echter om de belastingrente voor alle belastingen te verlagen naar 0,01% in verband met de coronacrisis. Deze verlaging ging op 1 juni 2020 in, maar voor de IB per 1 juli 2020.

Invorderingsrente blijft tot 31 december 2021 0,01%

De invorderingsrente blijft tot 31 december 2021 nog zo laag. Maar de belastingrente is per 1 oktober 2020 naar 4% gegaan. En hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen de overige belastingen en de VPB zoals dat er voor de coronacrisis wel was. Toen gold er dus een percentage van 8 voor de belastingrente in de VPB. Minister Hoekstra van Financiën heeft tot de verhoging besloten omdat het volgens hem belangrijk is om tijdig en juist aanslagen te kunnen vaststellen, met het oog op het vasthouden van de goede belastingmoraal.
De belastingrente levert de overheid flink wat op. In het jaar 2019 ontving de fiscus € 662 miljoen aan belastingrente.