U bent hier

Onderneming & Personeel
Uitzendkracht krijgt sneller recht op vast contract

Uitzendkracht krijgt sneller recht op vast contract

Uitzendkoepel ABU heeft onlangs een akkoord bereikt met de vakbonden FNV, CNV en De Unie over een nieuwe CAO voor Uitzendkrachten. Uitzendkrachten krijgen onder meer sneller een vast contract en een betere pensioenopbouw.

Eerder dit jaar kwam naar buiten dat de ABU en de NBBU een akkoord hadden bereikt met vakbond LBV over verlenging van de uitzend-cao, met daarin een aantal voorgenomen wijzigingen voor 2022. Dit tot onvrede van de overige drie vakbonden, die daarop besloten hun deelname aan het cao-overleg te staken. Na een nieuwe onderhandelingsronde is de ABU nu toch tot een eigen akkoord gekomen met deze vakbonden. Hierdoor vallen de NBBU – met ruim 1.300 (voornamelijk kleinere) uitzendorganisaties als leden –  en vakbond LBV voorlopig buiten de boot.

Plan om inlenersbeloning nog verder uit te breiden

De nieuwe cao is – net als bij het eerdere akkoord tussen de NBBU en LBV – grotendeels gebaseerd op de adviezen uit het arbeidsmarktrapport van de Sociaal-Economische Raad (SER). Het akkoord (pdf) heeft onder meer de volgende wijzigingen voor uitzendkrachten tot gevolg:

  • Per 3 januari 2022 gaat fase A van 78 weken naar 52 weken en fase B gaat van vier naar drie jaar. Dat betekent dat uitzendkrachten uiterlijk na vier jaar recht hebben op een vast contract in plaats van na 5,5 jaar. Een verdere verkorting van fase B naar twee jaar staat gepland voor de volgende cao per 3 januari 2023.
  • De inlenersbeloning breidt uit met eenmalige uitkeringen, ongeacht het doel en de reden van de uitkering. Periodieke uitkeringen vallen hier niet onder. Wel is het plan om de inlenersbeloning vanaf 1 januari 2023 verder uit te breiden met de eindejaarsuitkering. Thuiswerk- en kostenvergoedingen gaan als doorlopende vergoeding ook voor uitzendkrachten gelden.
  • Uitzendkrachten krijgen recht op een derde jaar WW-uitkering via de private SPAWW-verzekering. Het streven is om dit per 1 april 2022 te realiseren. Werkgevers nemen de premie voorlopig voor hun rekening.
  • Uitzendkrachten hoeven zelf geen voor het werk noodzakelijke voorzieningen, zoals veiligheidsschoenen of headsets, te bekostigen.
  • Uitzendkrachten gaan eerder en meer pensioen opbouwen. De pensioenopbouw start na acht weken in plaats van de huidige 26 weken. Ook stijgt het pensioengevend salaris.
  • Arbeidsmigranten die voor het eerst naar Nederland komen, krijgen twee maanden recht op het minimumloon, ongeacht of ze fulltime werken. Ook wordt ingezet op het voorkomen van schulden voor aanvang van het werk en komt er een termijn van vier weken na einde contract waarin de arbeidsmigrant de huisvesting moet verlaten.
  • Als de uitzendkracht zijn werk niet kan verrichten door onwerkbaar weer (infographic), houdt hij onder voorwaarden recht op loon.

NBBU is zelf nog in gesprek

De NBBU laat in een reactie weten inderdaad geen deel uit te maken van het akkoord en zelf nog in gesprek te zijn. De ABU en de betrokken vakbonden leggen de gemaakte afspraken voor aan hun achterban. Bij een positieve uitkomst gaat de nieuwe CAO voor Uitzendkrachten (met terugwerkende kracht) in per 17 november 2021, met een looptijd 2 januari 2023.

Update 26 november: Ook de NBBU is nu tot een akkoord gekomen met FNV, CNV en De Unie over een nieuwe cao. Door het akkoord van beide uitzendkoepels is er – als de leden van de partijen ook akkoord gaan – net als de vorige keer sprake van een gelijke cao voor alle uitzendkrachten.