U bent hier

Onderneming & Personeel
Meeste meldingen bij HvK gaan over sociale onveiligheid

Meeste meldingen bij HvK gaan over sociale onveiligheid

Sociale onveiligheid was vorig jaar de meest gehoorde melding bij het Huis voor Klokkenluiders. Ook constateerde het Huis dat veel werkgevers hun integriteitsbeleid nog niet op orde hebben. De Wet bescherming klokkenluiders verplicht veel werkgevers nu om hier werk van te maken. Daarbij heeft ook de ondernemingsraad (OR) een rol.

Van de ruim 300 adviestrajecten waarover het Huis voor Klokkenluiders zich vorig jaar boog, gingen de meeste over sociale onveiligheid op de werkvloer, waaronder een angstcultuur en grensoverschrijdend gedrag. Andere veel voorkomende meldingen hadden betrekking op vermoedens van fraude en belangenverstrengeling. Dit blijkt uit het jaarverslag 2022 dat het Huis vorige week publiceerde. Hierin concludeert het Huis ook dat er nog veel schort aan de interne meldprocedures voor vermeende misstanden in organisaties, oftewel de klokkenluidersregeling (tool). Werkgevers hadden hun integriteitsbeleid nog niet op orde, pakten interne meldingen niet goed op en communiceerden niet duidelijk over integriteit. Ook kregen werknemers in de praktijk nog vaak te maken met benadeling als gevolg van hun melding.

Werkgever moet direct voldoen aan Wet bescherming klokkenluiders

Met een goed en duidelijk meldbeleid, waarin melders en meldingen serieus genomen worden, kan de werkgever veel misstanden op de werkvloer voorkomen. De Wet bescherming klokkenluiders (WBK), die in februari in werking trad, zet er vaart achter dat werkgevers met hun integriteitsbeleid aan de slag gaan. De interne meldprocedure van grote werkgevers (250 werknemers of meer) moet namelijk per direct voldoen aan strengere eisen. kleinere werkgevers (50 tot 249 werknemers) hebben hiervoor tot 17 december 2023 de tijd.

OR moet ook kritisch kijken naar communicatie over interne meldprocedure

Als gevolg van de nieuwe wet moeten veel werkgevers de komende periode dus met de klokkenluidersregeling aan de slag. Hierbij heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27, lid 1m WOR). Bij het beoordelen van de interne meldprocedure moet de OR onder meer nagaan of alle noodzakelijke aanpassingen in de regeling zijn verwerkt. Ook goede communicatie naar werknemers over (de wijziging van) de interne meldprocedure en de toepassing ervan in de praktijk is een belangrijk aandachtspunt. Als de regeling niet bekend of onduidelijk is, zullen werknemers hier immers geen gebruik van maken.
De IntegriteitsWijzer van het Huis voor Klokkenluiders is een handig hulpmiddel voor de OR om te bepalen in hoeverre de interne meldprocedure voldoet en wat er in het integriteitsbeleid beter kan. Dankzij het initiatiefrecht (artikel 23 WOR) kan de OR de bestuurder hierover ook ongevraagd adviseren.