U bent hier

Onderneming & Administratie
Betalingsonmacht tijdig gemeld bij Belastingdienst

Betalingsonmacht tijdig gemeld bij Belastingdienst

Een onderneming die de belasting niet kan betalen, moet deze ‘betalingsonmacht’ vlotjes melden bij de Belastingdienst. Maar de fiscus mag volgens het gerechtshof zelf ook wel alert zijn op signalen dat er sprake is van betalingsonmacht.

Een bestuurder die aan ziet komen dat de belastingen niet betaald kunnen worden moet een melding van betalingsonmacht doen. Doet de bestuurder dat niet, of te laat, dan is het juridisch makkelijker om hem uiteindelijk aansprakelijk te stellen voor openstaande schulden als de onderneming failliet gaat.

Betalingsonmacht binnen twee weken melden

Deze vorm van mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid geldt niet voor alle belastingen. Zo hoeft de onderneming voor de vennootschapsbelasting geen melding van betalingsonmacht te doen. Maar wél voor onder meer loonheffingen en BTW. En ook als premies voor het pensioenfonds, de verzekeraar of UWV niet meer betaald kunnen worden, moet er een melding volgen. Overigens hoeft de onderneming niet bij elke nieuwe betaaltermijn een melding te doen, die blijft geldig.
Een onderneming moet de melding tijdig doen bij de Belastingdienst of het pensioenfonds. Dat wil zeggen: binnen twee weken nadat de belasting eigenlijk afgedragen had moeten worden. Een onderneming kan de melding niet telefonisch doen, maar moet hiervoor een uitgeprint en ondertekend formulier opsturen. Een instructievideo voor het invullen van dit formulier vindt u hier.

Aansprakelijkheid bestuurder van tafel

In een recente zaak ging het om een bestuurder van een failliete bv. De fiscus stelde hem aansprakelijk voor een openstaande schuld van ruim € 528.000 aan loonheffingen en BTW. Bij het gerechtshof draaide het onder meer om de vraag of er tijdig een melding van betalingsonmacht was gedaan. De inspecteur vond van niet, omdat een eerste formulier te laat binnenkwam en bovendien een onduidelijke toelichting bevatte. Enerzijds konden de belastingen niet betaald worden, maar in de toelichting stond dat de onderneming wél winst maakte. Het hof vond echter dat deze melding wel degelijk tijdig was. De melding was weliswaar te laat voor eerdere belastingschulden, maar werkte wel door naar de schulden waar de bestuurder aansprakelijk voor was gesteld. De bestuurder hoefde daarvoor niet opnieuw een melding te doen. De eerste melding was in elk geval een duidelijk signaal dat de onderneming niet aan haar verplichtingen kon voldoen. Als er twijfel was over de redenen, had de fiscus toen meteen om extra informatie moeten vragen. Omdat de Belastingdienst vervolgens niet aannemelijk maakte dat het aan de bestuurder te wijten was dat de onderneming failliet was gegaan, ging de aansprakelijkstelling van tafel.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28 maart 2023, ECLI (verkort): 2614