U bent hier

Onderneming & Fiscus
Lager gebruikelijk loon dga vanwege financiële malaise

Lager gebruikelijk loon dga vanwege financiële malaise

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) moet voor de loonaangifte een zogeheten gebruikelijk loon hanteren. Daarvoor geldt een wettelijk minimumbedrag, maar de dga mag daar wel onder gaan zitten bij financiële nood. De lat om dat aan te tonen ligt vrij hoog, maar in een recente zaak is het een dga gelukt om het gebruikelijk loon te verlagen.

Dga’s zijn directeur én werknemer van hun eigen onderneming. Om te voorkomen dat zij zichzelf met het oog op belastingbesparing een schijntje aan loon betalen, heeft de wetgever de regeling voor het gebruikelijk loon (toolbox) bedacht.

Lager gebruikelijk loon voor dga

De regeling schrijft voor dat dga’s voor de loonaangifte een salaris moeten hanteren dat ‘gebruikelijk’ is voor hun werkzaamheden. Daarbij wordt ook elk jaar een minimumbedrag vastgesteld, dat in 2023 op € 51.000 staat. Een dga mag wel een lager loon hanteren, maar moet dan ook bewijzen dat dit lagere loon gebruikelijk is. En dat onderbouwen valt niet altijd mee. Zo mag een dga die maar een deel van het jaar voor de bv niet automatisch het gebruikelijk loon naar verhouding verlagen.
De dga kan wel proberen om een beroep te doen op een uitzondering. Als de onderneming namelijk structureel verlies lijdt, mag de dga een lager gebruikelijk loon hanteren. Let wel: één verliesjaar is niet genoeg om de Belastingdienst te overtuigen. De financiële penarie moet dermate lang aanhouden, dat het voortbestaan van de onderneming op het spel staat.

Eigen vermogen holding structureel te laag

In een recente zaak lukte het een dga om dankzij die uitzondering het gebruikelijk loon te verlagen. Omdat over het jaar 2018 een aangifte inkomstenbelasting was uitgebleven, had de inspecteur de dga ambtshalve een aanslag opgelegd. Daarbij was gerekend met een gebruikelijk loon van € 45.000, het standaardbedrag in 2018. De dga was het daar niet mee eens. Het eigen vermogen van zijn holding was structureel te laag om het volledige gebruikelijk loon in aanmerking te nemen. Dat zou leiden tot het faillissement van de holding. De dga diende alsnog een aangifte in, waarbij het loon op € 10.240 werd gesteld. De inspecteur vond echter dat er onvoldoende was aangetoond dat de bv structureel verlies leed, en bleef bij € 45.000.

Zorgwekkende financiële situatie bv

Bij het gerechtshof leverde de dga de jaarstukken van 2015 tot en met 2021 in, en daaruit concludeerde het hof dat er wel degelijk sprake was van een zorgwekkende financiële situatie. In de meeste jaren waren er bescheiden winsten en in twee jaar leed de bv verlies. Bovendien had de holding een negatief ondernemingsvermogen en een forse schuld aan de dga. Al met al was er dus weinig ruimte voor een gebruikelijk loon, aldus het hof. Maar het gebruikelijk loon helemaal achterwege laten over het jaar 2018, zoals de dga vroeg, kon ook niet. De dga had immers wel gewerkt voor de holding. Het hof stelde het loon daarom vast op € 10.240.
Gerechtshof Den Haag, 7 maart 2023 (publicatiedatum 11 april 2023), ECLI (verkort): 519