U bent hier

Onderneming & Administratie
Billijke vergoeding na einde van tijdelijk contract

Billijke vergoeding na einde van tijdelijk contract

Het niet-verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan ernstig verwijtbaar zijn aan de werkgever. De rechter kan in die situatie op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding toekennen.

Het ernstig verwijtbare gedrag van de werkgever kan plaatsvinden tijdens de looptijd van de arbeidsovereenkomst of zijn oorsprong vinden in de reden waarom hij de arbeidsovereenkomst niet voortzet. In twee recente zaken kende de rechter een billijke vergoeding toe.

Gedrag tijdens de arbeidsovereenkomst

In de eerste zaak stuurde (een lid van het bestuur van) de werkgever een werkneemster seksueel grensoverschrijdende WhatsApp-berichten (waaronder een 'dicpic') en zette haar onder druk om te komen werken tijdens ziekte. Nadat de werkneemster een officiële klacht had ingediend over de angstcultuur binnen de organisatie, besloot de werkgever haar arbeidsovereenkomst niet te verlengen.
De rechter oordeelde dat het niet-verlengen van de arbeidsovereenkomst de werkgever ernstig verwijtbaar was en kende de werkneemster een billijke vergoeding toe van € 9.476 bruto. De werkgever had in gesprek moeten gaan met de werkneemster om de situatie op te lossen, in plaats van de arbeidsovereenkomst aan te zeggen. Daarnaast vond de rechter het misplaatst dat de werkgever het toesturen van de dicpic uitlegde als 'een onhandige flirtpoging'.
Rechtbank Noord-Holland, 22 december 2023, ECLI (verkort): 13609

Reden voor het niet-verlengen

In een andere zaak werd een werkneemster ziek als gevolg van zwangerschapsklachten tijdens haar tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Tijdens het sluiten van deze tweede arbeidsovereenkomst had de werkgever benadrukt dat hij blij was dat ze beiden de intentie hadden om een langdurig dienstverband aan te gaan. De werkgever verlengde vervolgens de tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet. 
Een werkgever is niet verplicht om een reden op te geven voor het niet-verlengen van een tijdelijk contract (tool). De rechter oordeelde echter dat de manier waarop de werkgever eerder over zijn intenties had gecommuniceerd vraagtekens opriep. Ook merkte de rechter op dat de leidinggevende, na haar bezoek aan de werkneemster in het ziekenhuis, aan de HR-manager had laten weten niets gezegd te hebben tegen de werkneemster over de zwangerschap en afwezigheid als reden voor het niet-verlengen van de arbeidsovereenkomst. Vanwege verboden onderscheid wegens zwangerschap en/of chronische ziekte kende de rechter een billijke vergoeding van € 5.633,80 bruto toe aan de werkneemster.
Rechtbank Midden-Nederland, 22 december 2023, ECLI (verkort): 7041