Wanneer telt overwerk mee voor vakantieloon?
Als overwerk een belangrijk onderdeel is van de beloning van een werknemer, telt het overwerk mogelijk ook mee in de berekening van zijn vakantieloon. De rechtspraak is echter verdeeld over wanneer er sprake is van ‘een belangrijk onderdeel’.
Een internationaal tankautochauffeur meende dat zijn werkgever hem in de periode 2014-2018 niet het juiste vakantieloon had betaald. Vakantieloon is het loon dat de werkgever moet betalen als een werknemer met vakantie is. Zo zou de werkgever ten onrechte geen rekening hebben gehouden met de gemaakte overuren. De werknemer vorderde bij elkaar bijna € 11.000. Rechtbank Den Haag wees de vordering grotendeels toe.
Vergelijkbaar loon tijdens vakantie
In het hoger beroep verduidelijkte het hof in Den Haag dat een werknemer gedurende zijn vakantie het recht op loon behoudt (artikel 639, lid 1 van Burgerlijk Wetboek 7) en dat uit het Hein/Holzkamm-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt dat een werknemer tijdens vakanties een vergelijkbaar loon moet krijgen als in gewerkte periodes. Dit moet ervoor zorgen dat er geen financiële belemmering is voor het opnemen van vakantie-uren. Het arrest bepaalt dat overuren meetellen voor de berekening van het vakantieloon als:
- het overwerk voortvloeit uit verplichtingen op grond van de arbeidsovereenkomst;
- de werknemer het overwerk verricht op regelmatige en voorspelbare of voorzienbare basis;
- de vergoeding voor overwerk een belangrijk onderdeel vormt van de totale vergoeding die de werknemer voor zijn beroepsactiviteit ontvangt.
De Hoge Raad heeft eind september 2024 een arrest gewezen aan de hand van het Hein/Holzkamm-arrest.
Overwerk belangrijk onderdeel van beloning
De werkgever betwiste dat er was voldaan aan de derde voorwaarde. De kantonrechter had overwogen dat de overwerkvergoedingen een belangrijk onderdeel van de totale beloning van de werknemer vormden en om die reden meetelden voor de berekening van de waarde van een vakantiedag. Volgens de werkgever had de kantonrechter hierbij ten onrechte geen rekening gehouden met een uitspraak van het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch, dat oordeelde dat er pas sprake is van ‘een belangrijk onderdeel van de totale vergoeding’ als de overwerkvergoedingen gezamenlijk minimaal 25% van het brutojaarsalaris bedragen.
Genoegen nemen met lager loon
Gerechtshof Den Haag oordeelde echter dat deze arbitraire grens voorbijgaat aan het uitgangspunt van het Hein/Holzkamm-arrest dat het vakantieloon van een werknemer vergelijkbaar moet zijn met het loon in gewerkte periodes. Immers: een werknemer die met structureel overwerk onder
de 25%-norm blijft, zou tijdens zijn vakantie genoegen moeten nemen met een lager loon dan ‘normaal’. Volgens het hof moeten de overuren worden meegeteld voor de berekening van het vakantieloon als deze overuren met instemming van de werkgever en op regelmatige/structurele basis zijn gemaakt. Incidentele overuren tellen dus níét mee. Omdat er was voldaan aan de vereisten uit het Hein/Holzkamm-arrest en ook de overige grieven van de werkgever niet slaagden, bekrachtigde het hof het vonnis van de kantonrechter.
Gerechtshof Den Haag, 10 december 2024, ECLI (verkort): 2304