Laatste BTW-aangifte van 2024: let op de correcties!
De laatste BTW-aangifte van het jaar is altijd een 'speciaal' moment. Want naast de reguliere bedragen van betaalde en ontvangen BTW moet de BTW-ondernemer óók een aantal specifieke correcties meenemen in de laatste aangifte van 2024.
Voor de BTW-aangifte (toolbox) en de betaling van verschuldigde BTW heeft een ondernemer altijd maximaal een maand de tijd, na afloop van een tijdvak. De laatste aangifte én betaling over het jaar 2024 moet dus uiterlijk 31 januari 2025 binnen zijn bij de Belastingdienst. Daarbij maakt het niet uit of de ondernemer per kwartaal (vierde kwartaal 2024) of per maand (december 2024) BTW-aangifte doet. Komt een ondernemer er bij het opmaken van de boeken over 2024 achter dat er te veel of te weinig BTW is aangegeven, dan moet hij dat ook corrigeren. Bij bedragen van meer dan € 1.000 moet dat verplicht via een zogeheten suppletie-aangifte. Daarbij is het ook opletten, want de regels voor suppletie zijn verder afgebakend sinds 1 januari 2025. Dat wil zeggen dat je nog maar maximaal 8 weken de tijd hebt om de suppletie-aangifte in te dienen.
Correctie privégebruik ondernemer
De laatste BTW-aangifte over een jaar is ook het moment dat de ondernemer verplicht een aantal correcties moet meenemen (verdiepingsartikel). Blijven de correcties uit, dan kan de Belastingdienst uiteindelijk een boete opleggen.
Allereerst gaat het om een correctie voor privégebruik door de ondernemer. Onttrekt de BTW-ondernemer goederen en diensten voor eigen privédoeleinden aan de onderneming, dan is er sprake van privégebruik. Voor dat deel mag de ondernemer de BTW niet aftrekken. Is dat eerder wel gebeurd, dan moet er dus een correctie plaatsvinden.
BUA schrijft ook correcties voor
Een term die eigenlijk alleen bij de laatste BTW-aangifte over een jaar op tafel komt, is het Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting (BUA). Ook in dit kader moet de ondernemer namelijk een aantal correcties doorvoeren in de BTW-aangifte. Door het BUA mag de ondernemer voor onder meer personeelsvoorzieningen, relatiegeschenken en andere giften de BTW in principe niet aftrekken. Bij personeelsvoorzieningen gaat het bijvoorbeeld om kerstpakketten of bedrijfsfitness. Hiervoor betaalde BTW is dus volgens de hoofdregel niet aftrekbaar. Wel geldt er voor het BUA een drempel van € 227 exclusief BTW per werknemer (verdiepingsartikel). Blijft een onderneming in een jaar onder dit plafond, dan is alle voorbelasting dus wél gewoon aftrekbaar.
Bij het maken van de BUA-berekening is het nog van belang dat er sinds 1 januari 2024 andere regels gelden voor een eigen bijdrage. Betalen werknemers een eigen bijdrage voor zaken die onder het BUA vallen, dan mochten werkgevers die bijdrage eerder nog aftrekken van de uitgaven. Dat mag nu niet meer, dus let hier ook goed op.
Privégebruik auto van de zaak en BTW
Ondernemers met een auto van de zaak die zij ook privé gebruiken, moeten daarvoor ook nog een correctie doen (verdiepingsartikel) in de BTW-aangifte. Want voor het deel dat de auto niet zakelijk is gebruikt, bestaat er geen recht op BTW-aftrek. Voor deze correctie zijn er twee opties. Ten eerste kan de ondernemer het precieze privégebruik aantonen met een rittenregistratie. Als die er niet is, en de ondernemer betaalt ook geen zakelijke vergoeding voor het privégebruik, dan geldt de tweede optie: een forfaitaire regeling (rekentool). Die houdt in dat de ondernemer standaard 2,7% over de cataloguswaarde van de auto (inclusief BTW en BPM) als BTW moet afdragen. Is er bij de aanschaf van de auto geen BTW afgetrokken, dan moet de ondernemer een forfaitaire bijtelling van 1,5% hanteren.