Advies: EU-richtlijn toereikende minimumlonen ongeldig
De vaste adviseur van het Hof van Justitie van de Europese Unie meent dat de EU-richtlijn voor toereikende minimumlonen ongeldig moet worden verklaard. Ondertussen ligt het wetsvoorstel dat de richtlijn in Nederland implementeert bij de Eerste Kamer.
De richtlijn van de Europese Unie (EU) is bedoeld om collectieve onderhandelingen te bevorderen en schrijft procedures voor die van toepassing moeten zijn bij het vaststellen van minimumlonen. De advocaat-generaal bij het Hof van Justitie van de Europese Unie kwam onlangs echter met een opvallend advies over de richtlijn.
Volgens hem moet de richtlijn namelijk ongeldig (nietig) worden verklaard. De EU zou met de richtlijn haar bevoegdheden overschrijden, omdat regelgeving over lonen expliciet is uitgesloten in het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.
Reguleren salaris mag niet
Hoewel de richtlijn andere doelen nastreeft, draait het volgens de adviseur vooral om het reguleren van salaris en dat mag de EU niet doen. De EU heeft helemaal geen bevoegdheid om wetten over minimumlonen vast te stellen. Het is nu afwachten wat het Hof van Justitie zal beslissen in deze zaak; de rechter hoeft het advies van de adviseur niet te volgen. De uitspraak wordt later in 2025 verwacht.
EU-richtlijn op dit moment rechtsgeldig
Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid benadrukte in een brief aan de Eerste Kamer dat de richtlijn – zo lang er nog geen uitspraak van het Hof van Justitie is – gewoon rechtsgeldig is. Voor lidstaten geldt dus de verplichting om deze te implementeren. De implementatiedeadline was 15 november 2024 en is dus al verstreken, maar de minister wil alsnog aan die verplichting voldoen met het bestaande wetsvoorstel waar de Tweede Kamer eerder al mee akkoord ging.
De Wet implementatie EU-Richtlijn 2022/2041 toereikende minimumlonen ligt nu bij de Eerste Kamer. De stemming die eerder was gepland op 21 januari is uitgesteld tot een nader te bepalen datum.
Advocaat-Generaal bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, 14 januari 2025, nr. C-19/23
Update 28 januari: In antwoord op vragen van de vaste Tweede Kamercommissie voor SZW gaf de minister op 27 januari opnieuw aan dat hij wil voldoen aan de verplichting om de richtlijn te implementeren. Het kabinet ziet de toegevoegde waarde van de richtlijn. De minister ging ook in op de vraag wat de gevolgen zijn als een lidstaat een richtlijn niet (tijdig) implementeert.