U bent hier

Onderneming & Personeel
Kilometervergoeding van € 0,36 is in 2025 kostendekkend

Kilometervergoeding van € 0,36 is in 2025 kostendekkend

Werkgevers kunnen werknemers in 2025 een gericht vrijgestelde reiskostenvergoeding geven van € 0,23 per kilometer. Volgens Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) is dat bedrag te laag om de kosten van de werknemer te dekken voor het gebruik van zijn eigen auto.

De werkgever kan onder de regels van de werkkostenregeling (WKR) een gericht vrijgestelde vergoeding geven voor de zakelijke kilometers die de werknemer met eigen vervoer maakt, zoals met de eigen auto. Hieronder valt ook woon-werkverkeer. In 2025 bedraagt het wettelijke maximum voor een onbelaste reiskostenvergoeding € 0,23 per kilometer. Maar die € 0,23 dekt vrijwel nooit de vaste en variabele kosten, ook niet bij relatief goedkope auto’s. Een reële kilometervergoeding voor een middenklasse auto zou minimaal € 0,36 per kilometer moeten bedragen, volgens VZR.

Hoogte reële kilometervergoeding hangt af van grootte van de auto

VZR publiceert jaarlijks normbedragen voor een reële kilometervergoeding. De vereniging kijkt hiervoor naar de werkelijke kosten (pdf)  van een zakelijke reis met een privéauto. Het gaat dan om de variabele kosten en een deel van de vaste kosten voor de meest gebruikte auto’s in drie categorieën. Voor een middenklasse auto (cataloguswaarde tussen de € 25.000 en € 45.000) is het normbedrag € 0,36 per kilometer, voor minder dure auto’s € 0,28 per kilometer en voor duurdere auto’s zelfs € 0,50 per kilometer.

Hogere reiskostenvergoeding dan € 0,23 is mogelijk

Werkgevers zijn niet verplicht om bij de reiskostenvergoeding het fiscale maximum van € 0,23 aan te houden, tenzij dat is vastgelegd in de arbeidsvoorwaarden. Een lagere vergoeding (of helemaal niets) mag ook. Maar met het oog op de krappe arbeidsmarkt en het goed werkgeverschap doen werkgevers er goed aan om niet te beknibbelen.
Een werkgever kan besluiten om meer te vergoeden dan het fiscale maximum van € 0,23. Om het bedrag dan onbelast te houden, zal de werkgever het deel boven € 0,23 moeten aanwijzen als eindheffingsloon en in de vrije ruimte moeten onderbrengen. Die vrije ruimte (tool) is beperkt: 2% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het meerdere.