Een ‘muts-trofee’: niet bepaald goed werkgeverschap
Onlangs deed Rechtbank Amsterdam een uitspraak die inzicht geeft in de juiste procedure voor het ontbinden van een arbeidsovereenkomst. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met de gronden waarop zij ontbinding verzoeken.
In de recente rechtszaak was de werknemer, een kandidaat-notaris, zes jaar in dienst. In het voorafgaande jaar had ze nog promotie, een salarisverhoging en een bonus gekregen. Kort daarna kreeg ze te horen dat ze niet goed functioneerde, en niet veel later werd de werknemer op de kamer van één van de partners geplaatst, wat zij als intimiderend ervaarde. Vervolgens deelde de werkgever mee dat er voor de werknemer geen toekomst meer was binnen het kantoor, en drong hij erop aan dat zij een vaststellingsovereenkomst zou tekenen.
Mediation gericht op einde dienstverband
Toen de werknemer dit niet wilde, probeerde de werkgever haar te verplichten om een exit-mediationgesprek aan te gaan. Ook dit weigerde ze, omdat de werkgever volgens haar duidelijk had gemaakt dat de mediation gericht was op beëindiging van het dienstverband. Hierop stopte de werkgever de loonbetaling en verzocht hij de rechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter ging hierin mee, ook omdat de werknemer zelf vond dat zij niet meer kon terugkeren.
Verstoring arbeidsrelatie ernstig verwijtbaar
De gang van zaken kwam de werkgever echter duur te staan. De rechter oordeelde dat het functioneren niet genoeg reden voor ontslag was, aangezien er geen objectieve verbeterpunten waren besproken. De handelswijze van de werkgever om beëindiging van de arbeidsovereenkomst te bereiken – inclusief de druk die hij opvoerde – was daarnaast in strijd met goed werkgeverschap (artikel). De verstoring van de arbeidsrelatie viel hem ernstig te verwijten; dus moest hij de werknemer een billlijke vergoeding van € 150.000 betalen, naast ruim € 20.000 achterstallig loon en honderden euro’s aan aanvullende vergoedingen.
Negatieve bedrijfscultuur ook duit in het zakje
Bij de hoogte van deze vergoeding hield de rechter óók rekening met de negatieve bedrijfscultuur. De rechter kon zich namelijk goed voorstellen dat de werknemer zich geïntimideerd heeft gevoeld. Zo blijkt uit de gepubliceerde uitspraak dat de kandidaat-notaris van collega’s opmerkingen als ‘dom’ en ‘muts’ te verduren had gekregen. Op enig moment werd er zelfs een zogenoemde ‘muts-trofee’ aan de werkneemster uitgereikt.
Rechtbank Amsterdam, 20 december 2024, ECLI (verkort): 8358
Dit nieuwsartikel is geschreven door Seliz Demirci, advocaat arbeidsrecht bij GMW advocaten, e-mail: [email protected]