Ondanks niet-verzilvering waardebonnen BTW verschuldigd

De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat een BTW-ondernemer die waardebonnen verstrekt aan consumenten die via een internetveiling op goederen en diensten bieden en het hoogste bod hebben gedaan ook BTW verschuldigd is over de vergoeding van de waardebonnen die later niet verzilverd worden.

In deze zaak ging het om het volgende: Een BTW-ondernemer bood via haar website een internetveiling voor consumenten aan. Consumenten bieden hierbij op door andere ondernemers aangeboden producten, reizen, arrangementen enz. De hoogste bieder moet de geboden prijs aan de ondernemer betalen. Na betaling ontvangt diegene een waardebon (verdiepingsartikel) waarmee het product binnen een bepaalde periode kan worden verzilverd op de website van de ondernemer. Als de bon op tijd is verzilverd, geeft de BTW-ondernemer de andere ondernemer die het product ter veiling aanbood, opdracht tot uitvoering van de prestatie. De aanbieder biedt dan het product namens en op verzoek van de BTW-ondernemer aan de winnaar. Als de bon niet wordt verzilverd, heeft de winnaar geen recht op terugbetaling van het betaalde bedrag. De aanbieder van het product ontvangt dan ook geen uitbetaling van de BTW-ondernemer.

Bij terbeschikkingstelling waardebon BTW verschuldigd

Bij de rechter ging het om de vraag of bij een niet-verzilvering van de bon BTW is verschuldigd over de van de winnaar ontvangen vergoeding. Het hof had die vraag bevestigend beantwoord. De Hoge Raad vond ook dat bij een niet-verzilvering BTW verschuldigd was. De belaste prestatie vindt namelijk plaats op het moment dat de belanghebbende (dus hier de BTW-ondernemer) de bon aan de winnaar ter beschikking stelt. Met deze bon is er een duidelijke prestatie te verzilveren. Dat de hoogste bieder de bon niet altijd verzilvert, doet daaraan niet af.
Hoge Raad 28 februari 2025, ECLI (verkort): 335