Geen fiscale stimulans voor werknemersparticipatie
Het kabinet is niet van plan werknemersparticipatie fiscaal te gaan stimuleren, blijkt uit antwoord op Kamervragen. Het kabinet wil het aan de andere kant ook zeker niet ontmoedigen dat werkgevers en werknemers hierover onderling afspraken maken.
In antwoord op Kamervragen geeft staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aan dat financiële werknemersparticipatie, zoals een winstdelingsregeling, leidt tot meer onzekerheid over het inkomen. Werknemers krijgen een lager vast loon, en een groter flexibel deel. Als het dan economisch minder gaat, leidt dit tot een lager loon voor werknemers. Hierdoor wordt de Nederlandse economie als geheel conjunctuurgevoeliger. Het effect van winstdeling op inflatie is niet vooraf vast te stellen, en daarom is het kabinet niet van plan een fiscale stimulering voor winstdeling te introduceren.
Het kabinet staat op zich wel positief tegenover financiële werknemersparticipatie, zoals een winstdelingsregeling als onderdeel van de beloning van werknemers. Wat het kabinet betreft kunnen werknemers en werkgevers hier onderling afspraken over maken, als zij dat willen.
Standpunt kennisgroep over lening voor aankoop aandelen
Los van deze Kamervragen beantwoordde de Kennisgroep loonheffing algemeen van de Belastingdienst onlangs ook een vraag over werknemersparticipaties. Die gaat over de situatie waarbij een werknemer een lening aangaat bij zijn werkgever om aandelen in zijn werkgever te kopen. De vraag is wat in dat geval een marktconforme, zakelijke rente is?
Richtlijnen voor vaststelling zakelijke rente
De werkgever kan in die situatie bij het vaststellen van een marktconforme rente de volgende richtlijnen hanteren:
- Is het bedrag van de lening niet hoger dan € 75.000? Dan kan de werkgever aansluiten bij de laagste van de marktrente van een persoonlijke lening en een effectenkrediet.
- Is de lening hoger dan € 75.000 en de loan to value (de hoogte van de lening als percentage van het onderpand) maximaal 70%? Dan kan de werkgever aansluiten bij de voorwaarden en rentes die gelden voor effectenkredieten.
- Is de lening hoger dan € 75.000 en ligt de loan to value tussen de 70% en 100%? Dan kan de werkgever de rente vaststellen ergens tussen (1) de rente die wordt gevraagd door de aanbieder(s) van een effectenkrediet en (2) de kostenvoet van het gefinancierde vermogensinstrument.
- Is de lening hoger dan € 75.000 en is de loan to value 100%? Dan kan de werkgever de rentevergoeding op de lening afleiden uit het risico en rendement van het vermogensinstrument dat ermee wordt gefinancierd.
De werkgever mag de rente op een andere manier vaststellen, maar hij moet dan wel aannemelijk kunnen maken dat de rente zakelijk is rekening houdend met alle voorwaarden van de lening en de financiële situatie van de werknemer.