Voorbelasting aftrekbaar bij verhuren werkkamer in woning

De rechter heeft aangegeven dat de verhuur van een werkkamer in een woning een economische activiteit is. Hierdoor is dus de BTW als voorbelasting aftrekbaar.

Om de voorbelasting voor de BTW af te mogen trekken moet er wel sprake zijn van een economische activiteit. Over de vraag of de verhuur van een werkkamer in een woning wel of niet een economische activiteit is ging het in onderstaande rechtszaak.

Aftrek van de voorbelasting

Een echtpaar had in 2018 een nog te bouwen woning gekocht. Voor de levering van de woning was BTW (toolbox) in rekening gebracht op facturen die op naam van het echtpaar samen stonden. Het echtpaar verhuurde een werkkamer in de eigen woning aan een bv tegen € 600 per kwartaal exclusief BTW. De verhuur was voor vijf jaar overeengekomen en kon ook voor die tijd steeds worden verlengd. De werkkamer was 9,8 m2 groot en kon alleen via de hal in de woning worden bereikt. De kamer had geen eigen sanitaire voorzieningen. Het stel trok 7,15% van de voorbelasting op de bouw van de woning af. Dit percentage sloot aan bij het aandeel van de werkruimte in de totale oppervlakte van de woning. Maar de inspecteur weigerde deze aftrek. Rechtbank Noord-Holland vond dat de verhuur wel een economische activiteit was en verleende de aftrek omdat de werkkamer voor ten minste vijf jaar ter beschikking was gesteld tegen een reële vergoeding waardoor het een economische prestatie was. De inspecteur ging daarop in hoger beroep.

Duurzame verhuur tegen vergoeding is economische activiteit 

Maar ook bij de hogere rechter ving de inspecteur bot. Hof Amsterdam bevestigde namelijk dat de verhuur van de werkkamer een economische activiteit was. Er was sprake van een duurzame verhuur tegen een reële vergoeding. Het hof verwierp het standpunt van de inspecteur dat de verhuur niet op een markt plaatsvond en dat de werkkamer mogelijk voor privédoeleinden was gebruikt. Ook oordeelde het hof dat het echtpaar zelfstandig optrad bij de verhuur, ondanks dat één van hen directeur was van de bv. Verder stelde de rechter dat er een rechtstreeks en onmiddellijk verband was tussen de kosten van de woning en de verhuur van de werkkamer. De verhuur beperkte daarbij het privégebruik van de woning en er was dus sprake van een belaste handeling. De inspecteur kreeg dus ongelijk en moest daarom een aanvullende teruggaaf van BTW verlenen.
Hof Amsterdam, 21 januari 2025 (gepubliceerd 12 maart 2025), ECLI (verkort): 586