Memo geeft meer duidelijkheid over verloonde uren

Onlangs publiceerde de Belastingdienst in samenwerking met het CBS en UWV een nieuwe versie van de Memo Verduidelijkingen verloonde uren (voorheen Memo verloonde uren). De nieuwe versie bevat aanvullende informatie over verloonde uren in de aangifte loonheffingen.

Uit de memo van de Belastingdienst, UWV en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt hoe deze instanties aankijken tegen de rubriek verloonde uren in de aangifte loonheffingen. In deze rubriek moeten werkgevers aangeven hoeveel uren zij in een aangiftetijdvak voor een bepaalde werknemer verloond hebben. Deze uren bepalen bijvoorbeeld de duur van verschillende uitkeringen van de werknemers, en of werkgevers recht hebben op bepaalde tegemoetkomingen.

Verschillende situaties in beeld

In de praktijk zijn er veel vragen over verloonde uren in specifieke situaties, waarop het document ingaat. Onder andere de volgende situaties met bijbehorende standpunten komen aan bod:

• Als een werknemer niet-opgenomen vakantie-uren (toolbox) verkoopt en de werkgever die aan hem uitbetaalt, tellen deze uren als extra verloonde uren.
• Als een werknemer vakantie-uren bijkoopt, gaat het aantal verloonde uren juist omlaag. Hierbij mag in de loonaangifte niet de code ‘incidentele inkomstenvermindering’ worden toegepast.
• Betaalt de werkgever het loon van een werknemer door tijdens ziekte (artikel), dan blijft het aantal verloonde uren hetzelfde. De uren die de werknemer ziek is, tellen dus gewoon mee.

Verduidelijkingen verloonde uren vanaf 2026

De nieuwe versie van het memo (pdf) bevat voornamelijk (kleine) wijzigingen en verduidelijkingen van bestaande punten. De wijzigingen gelden per 1 januari 2026, maar werkgevers mogen ze al eerder toepassen.
In sommige gevallen is een verwijzing naar het Handboek Loonheffingen toegevoegd en bij punt 12 is informatie over vakantiebonnen geschrapt omdat deze niet meer bestaan. Ook zijn er een paar nieuwe punten aan het document toegevoegd: over betaald ouderschapsverlof op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) (punt 17.2) en over het arbeidsvoorwaardenbedrag (keuzebudgetten) (punt 19). Een volledig overzicht van alle wijzigingen ten opzichte van de versie van 2021 staat voorin het document.