Vakantiehuis verhuren? Let op de BTW!
Het kopen en verhuren van een vakantiewoning zorgt voor een extra inkomstenstroom, en het is een fijn adres om zelf even uit te puffen. Maar zo’n investering heeft - uiteraard - ook verschillende fiscale gevolgen. Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de BTW?
Een vakantiewoning kopen heeft verschillende fiscale gevolgen. Zo valt een Nederlands vakantiehuis voor de inkomstenbelasting in box 3. De heffing wordt dan gebaseerd op de WOZ-waarde van het vakantiehuis. Wel is het de bedoeling om in het nieuwe stelsel voor box 3 het eigen gebruik van een vakantiehuis apart als belast rendement mee te gaan tellen.
Kiezen voor BTW-belaste koop
Voor de BTW is allereerst de vraag of het vakantiehuis verhuurd wordt. Als de eigenaar de woning alleen gebruikt om zelf vakantie te vieren, is er ook geen sprake van een economische activiteit en blijft de BTW achterwege.
Deze vraag speelt al bij het aankopen van een vakantiehuis. In principe is die koop namelijk niet belast met BTW, maar je mag daar onder voorwaarden wél voor kiezen (artikel). Dat kan fiscaal gezien gunstig zijn, want dan kun je de betaalde BTW in elk geval deels in aftrek brengen. En dat geldt ook voor de BTW op kosten die je maakt voor het vakantiehuis, zoals onderhoudskosten. Let wel: als het gaat om een vakantiehuis dat minder dan 2 jaar oud is, heb je geen keuze. Dan is de levering namelijk verplicht belast met 21% BTW.
Verhuur vakantiehuis: 9% BTW
Als de vakantiewoning wordt verhuurd, is de vervolgvraag of de fiscus dat ziet als de ‘exploitatie van een vermogensbestanddeel om er duurzaam opbrengsten’ uit te halen. Hiervoor wordt wel geregeld als richtlijn genoemd dat de vakantiewoning meer dan 140 dagen in een jaar verhuurd moet zijn, maar dat is geen harde ondergrens. Het kan handig zijn om hier zekerheid over te krijgen van de Belastingdienst. Want als het inderdaad gaat om de exploitatie van een vermogensbestanddeel, moet de belastingplichtige ook 9% BTW rekenen op de verhuur. Dit verlaagde tarief geldt omdat het gaat om de verhuur voor een kortere periode (artikel). Overigens wil het kabinet het BTW-tarief voor logies, en dus ook voor de verhuur van vakantiewoningen, per 2026 opschroeven naar 21%.
Onroerend of roerend?
De bovenstaande regels gelden alleen voor een onroerend vakantiehuis. Een BTW-ondernemer die een verplaatsbare (roerende) vakantie-accommodatie verhuurt, moet namelijk op die verhuur sowieso al 21% BTW rekenen. Voor sommige accommodaties is er nog wel discussie mogelijk of die wel onroerend zijn, zoals een stacaravan of chalet. Om bijvoorbeeld een stacaravan als als onroerend aan te merken, moet die duurzaam met de grond verbonden zijn. Volgens de vuistregel is dat zo, als de stacaravan naar aard en inrichting bedoeld is om duurzaam op die plek te blijven. Dat zal al snel zo zijn, maar het is in elk geval goed om te zorgen dat de status van de stacaravan duidelijk is.