U bent hier

Onderneming & Administratie
Welke gegevens nodig voor tegenbewijsregeling box 3?

Welke gegevens nodig voor tegenbewijsregeling box 3?

Belastingplichtigen kunnen als het goed is binnenkort gaan aantonen dat zij eerder te veel belasting hebben betaald in box 3 van de inkomstenbelasting. Het formulier hiervoor zou vanaf komende zomer beschikbaar moeten zijn. Maar vóór het zover is, moeten gedupeerde belastingplichtigen wel aan de slag met het verzamelen van de benodigde gegevens.

Het formulier is onderdeel van een zogeheten tegenbewijsregeling voor box 3 van de inkomstenbelasting. Nog even kort samengevat: de rechter heeft eerder geoordeeld dat belastingplichtigen die te veel belasting hebben betaald in box 3, compensatie moeten krijgen. Daarvoor is een herstelwet in het leven geroepen, maar volgens de Hoge Raad is het herstel nog onvoldoende: belastingplichtigen moeten de mogelijkheid krijgen om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager ligt dan wat er op basis van forfaits aan rendement is berekend. Dáárvoor is dus de tegenbewijsregeling opgetuigd.

Tegenbewijs leveren via formulier

De tegenbewijsregeling in box 3 (artikel) geldt voor verschillende jaren: 

  • Belastingjaren 2021 en later: alle belastingplichtigen met box 3-inkomen kunnen de regeling gebruiken.
  • Voor de belastingjaren 2017 tot en met 2020 gelden voorwaarden. Het moet gaan om:
    • belastingplichtigen met een definitieve aanslag met box 3-inkomen die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond of daarna opgelegd is; én
    • die tijdig een bezwaar of een verzoek tot ambtshalve vermindering (artikel) hebben gedaan of dit nog doen.

Als de Belastingdienst de tegenbewijsregeling eenmaal echt openstelt, krijgen belastingplichtigen voor elk jaar dat zij het werkelijk rendement mogen doorgeven een aparte brief. De fiscus stelt hiervoor straks een formulier beschikbaar, het formulier Opgaaf werkelijk rendement (OWR). Als het werkelijk rendement van een belastingplichtige lager ligt dan het fictieve rendement dat op basis van forfaits is berekend, moet er een teruggave volgen. Andersom geldt dat een belastingplichtige nooit méér belasting gaat betalen, ook niet als uit het formulier blijkt dat het werkelijke rendement hoger lag dan het fictieve rendement.

Gegevens verzamelen voor werkelijk rendement

In de wet die de tegenbewijsregeling instelt is nauwkeurig omschreven wat er onder het werkelijk rendement valt. Zo tellen inkomsten uit onder meer rente, huur en dividend mee, maar gemaakte kosten (voor bijvoorbeeld een bankrekening) mogen niet verrekend worden. Bij het aantonen van het werkelijke rendement moet de belastingplichtige zelf flink wat gegevens verzamelen, want de Belastingdienst heeft die data niet. Het kan dus geen kwaad om alvast te beginnen met het bij elkaar zoeken van de gegevens. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om:

  • Ontvangen rente op het aandeel in het vermogen van een vereniging van eigenaren (VvE).
  • Inkomsten uit beleggingen, maar zonder de ingehouden dividendbelasting.
  • De waarde van cryptovaluta op 1 januari en 31 december van een jaar.
  • De WOZ-waarde van een tweede woning in Nederland, zoals een vakantiehuis. Of de waarde in het economisch verkeer als het een tweede woning in het buitenland is.

De Belastingdienst heeft een handig overzicht opgesteld van de mogelijke gegevens die belastingplichtigen straks paraat moeten hebben bij het invullen van het OWR-formulier. Daar staat overigens ook steeds bij dat belastingplichtigen zich de moeite van het opzoeken van gemaakte kosten kunnen besparen, omdat die toch niet meetellen voor het werkelijke rendement.

!De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd met de Wet tegenbewijsregeling box 3, hier is meer daarover te lezen!