Kritiek op afsluiten eerste spoor na eerste ziektejaar
De Raad van State (RvS) is kritisch op het conceptwetsvoorstel dat het voor kleine en middelgrote werkgevers mogelijk maakt zich na het eerste ziektejaar van een werknemer volledig te richten op re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). Zonder aanpassingen adviseert de RvS het voorstel niet in te dienen bij de Tweede Kamer.
Het conceptwetsvoorstel, dat eind 2023 werd gepubliceerd, biedt kleine en middelgrote werkgevers de mogelijkheid om het eerste spoor (re-integratie in de eigen organisatie) na het eerste ziektejaar ‘af te sluiten’ en zich volledig te richten op het tweede spoor. Nu nog moet een werkgever de plek van de arbeidsongeschikte werknemer beschikbaar houden zolang een terugkeer nog mogelijk is, dus ook in het tweede ziektejaar, waardoor het onnodig lang kan duren tot de werkgever zeker weet dat hij tot structurele vervanging van de werknemer over kan gaan. Of een organisatie klein, middelgroot of groot is, hangt af van het gemiddelde premieplichtig loon van twee jaar eerder.
Loondoorbetalingsplicht en re-integratieplicht blijft
De RvS heeft onder meer de volgende dingen aan te merken op het conceptwetsvoorstel:
- Het voorstel ontslaat werkgevers niet van de loondoorbetalingsplicht en re-integratieplicht in het tweede ziektejaar en verlicht het (financiële) werkgeverschap dan ook maar beperkt. De kosten kunnen zelfs oplopen.
- Een arbeidsongeschikte werknemer moet instemmen met het afsluiten van het eerste spoor, maar omdat veel werknemers re-integreren in het eerste spoor (ook in het tweede ziektejaar), is de verwachting dat niet veel werknemers zullen instemmen.
- Stemt de werknemer niet in, dan kan de werkgever UWV tot de 43e week van arbeidsongeschiktheid vragen om het eerste spoor na het eerste ziektejaar alsnog af te sluiten. Dit verkort de re-integratiemogelijkheden en -duur in het eerste spoor (vaak succesvoller dan het tweede spoor!) aanzienlijk en legt bovendien extra druk op UWV, dat al kampt met grote achterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen.
- Er is geen rekening gehouden met het conceptwetsvoorstel dat het recht op compensatie van de transitievergoeding beperkt tot kleine werkgevers, waardoor er bij inwerkingtreding van beide wetsvoorstellen een verschil zal ontstaan tussen middelgrote en kleine werkgevers.
- Voor afsluiting van het eerste spoor is in principe geen tussenkomst van UWV vereist, waardoor werkgevers (en werknemers) hun re-integratieverplichtingen kunnen ontlopen.
- Een werkgever (of werknemer) kan niet in beroep gaan als UWV op verzoek van de werkgever een beslissing neemt over het al dan niet afsluiten van het eerste spoor na het eerste ziektejaar. Wel kan hij naar de rechter stappen. Het voorstel houdt geen rekening met de rechten van werkgevers (of werknemers) als de rechter oordeelt dat UWV een onjuiste beslissing heeft genomen. Dit kan bijvoorbeeld het recht op een schadevergoeding zijn.
Adviescollege Toetsing Regeldruk was eerder al kritisch
Al met al adviseert de RvS het kabinet om het wetsvoorstel niet in te dienen bij de Tweede Kamer, tenzij het wordt aangepast. De vraag is wat er nu mee gaat gebeuren. Overigens is de RvS niet het eerste adviesorgaan dat zich kritisch uitlaat over het conceptwetsvoorstel: eind 2023 kwam het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) al met een negatief advies, omdat het voorstel op veel praktische bezwaren stuit.