U bent hier

Onderneming & Administratie
Het verschil: huurovereenkomst kantoor- en middenstandspand

Het verschil: huurovereenkomst kantoor- en middenstandspand

Bij het huren van een bedrijfspand komt het nodige kijken. Niet alleen moet het pand toekomstbestendig zijn qua grootte, ook de financiële kant van de zaak moet een organisatie goed in kaart brengen. Pas als alles op orde is, komt de huurovereenkomst in zicht. Er is een onderscheid tussen een overeenkomst voor een kantoorpand dat niet publiekelijk toegankelijk is en een overeenkomst voor een pand dat dat wel is. Wat is het verschil?

Als een organisatie een pand op het oog heeft, start de onderhandelingsfase met een oriënterend gesprek met de verhuurder. Let erop dat dit echt een onderhandelingsfase is, ook voordat er een huurovereenkomst voor de bedrijfsruimte (tool) in zicht is. Want al is dit gesprek vrijblijvend, de verhuurder kan in sommige gevallen mondelinge toezeggingen al beschouwen als onderdelen van een huurovereenkomst. Voorkom dus valse verwachtingen! Als een organisatie nog niet bekend wil maken of het pand als kantoorpand of bijvoorbeeld als middenstandsbedrijfsruimte gaat fungeren, moet de organisatie dit dan nog niet melden. Er is namelijk verschil tussen een huurovereenkomst met betrekking tot een kantoorpand en bijvoorbeeld een winkel.

Regels voor huur kantoorpand soepeler dan voor middenstandspand

De regels bij het huren van een middenstandsbedrijfsruimte zijn strenger dan die voor een niet voor publiek toegankelijke ruimte. In het eerste geval zijn de verhuurder en huurder wettelijk verplicht een huurcontract voor ten minste vijf jaar aan te gaan. Dit wordt na afloop van die vijf jaar ‘van rechtswege’ opnieuw met vijf jaar verlengd. Voor een gewoon kantoorpand zijn de regels een stuk soepeler. Met de verhuurder kan zelf een termijn worden overeengekomen. Wordt in het contract geen huurtermijn afgesproken, dan geldt de overeenkomst in principe voor onbepaalde tijd. In alle gevallen is het verstandig om bij het tekenen van de huurovereenkomst na te gaan of  het om een standaardmodel voor de huurovereenkomst gaat en niet om een ‘creatie’ van de verhuurder. De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) biedt standaardmodellen aan. In dit verdiepingsartikel wordt ingegaan op  de aandachtspunten die gelden bij een huurovereenkomst van onroerend goed.

HUUROVEREENKOMST PUBLIEK TOEGANKELIJK PAND: verhuurder en huurder moeten huurcontract voor ten minste vijf jaar aangaan. Contract wordt daarna van rechtswege met vijf jaar verlengd.

HUUROVEREENKOMST NIET PUBLIEK TOEGANKELIJK PAND: verhuurder en huurder kunnen zelf een termijn overeenkomen. Is geen huurtermijn afgesproken, dan geldt de huurtermijn voor onbepaalde tijd.