Vooral techbedrijven lappen OR-instellingsplicht aan hun laars
Dat bijna een derde van de ondernemingen ondanks hun instellingsplicht geen ondernemingsraad (OR) heeft, is bekend. Met name techbedrijven blijken het niet zo nauw te nemen met de wettelijke OR-instellingsplicht. Het ministerie van SZW werkt aan maatregelen om de naleving te verbeteren.
Organisaties of vestigingen waar in de regel 50 of meer werknemers werkzaam zijn, zijn wettelijk verplicht om een ondernemingsraad in te stellen. Dit staat in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Toch heeft bijna een derde van de organisaties met een OR-plicht géén OR. Al jaren schommelt dit percentage rond de 30%, blijkt uit herhaaldelijk onderzoek naar naleving van de WOR. Met name techbedrijven voldoen niet aan hun OR-instellingsplicht. Dat kan komen door onwetendheid, maar vaak genoeg is het een bewuste keuze. Dit bleek onlangs onder meer uit publicaties van NRC.
Snel schakelen of geen behoefte aan inspraak
Een veelgehoord argument van bestuurders om geen OR op te richten is dat het bedrijf snel moet kunnen schakelen en dat een OR de besluitvorming onnodig zou vertragen. Of ze beweren dat de instellingsplicht niet voor hen geldt of ze hebben geen behoefte aan inspraak van het personeel. Bestuurders beschouwen een OR dan vooral als een blok aan hun been. Terwijl de OR juist als doel heeft om een positieve bijdrage te leveren aan de besluitvorming, rekening houdend met de belangen van zowel de organisatie als de werknemers. Inspraak is ook goed voor de motivatie en het welbevinden van werknemers, maar daar hebben deze bestuurders geen boodschap aan.
Werknemers staan vrij machteloos als bestuurder geen OR wil
Er is in Nederland geen instantie die de naleving van de OR-instellingsplicht handhaaft en bedrijven sancties oplegt als blijkt dat ze niet aan deze wettelijke verplichting voldoen. De Sociaal Economische Raad (SER) heeft de taak om de medezeggenschap in het Nederlandse bedrijfsleven te bevorderen, maar kan alleen optreden als bemiddelaar als hierover een geschil ontstaat tussen werknemers en bestuurder. In de praktijk is het dus aan de werknemers om bij hun bestuurder aan te dringen op een OR. Weigert de bestuurder een OR in te stellen, dan kunnen zij in het uiterste geval naar de kantonrechter. Werknemers doen er bij een onwillige bestuurder verstandig aan om gezamenlijk op te treden en de vakbond(en) in te schakelen.
Overheid wil medezeggenschap stimuleren, niet afdwingen
Ook al schommelt het percentage instellingsplichtige bedrijven met een OR al decennialang rond de 70% en streeft de overheid al jaren naar 100%, toch kiest de overheid voor de zachte hand. Uit navraag door NRC blijkt dat het ministerie van Sociale Zaken werkt aan een aantal maatregelen die de naleving van de OR-instellingsplicht moeten verbeteren. Zij wil de medezeggenschap in sectoren die achterblijven stimuleren, maar wil bedrijven niet dwingen. Ook onderzoekt het ministerie manieren voor werknemers om het onderwerp medezeggenschap laagdrempelig bij hun bestuurder aan te kaarten. Het ministerie streeft ernaar om de voorgenomen maatregelen nog dit jaar naar de Tweede Kamer te sturen.