U bent hier

Onderneming & Salaris
In 2026 minder regels rond mobiliteit en re-integratie?

In 2026 minder regels rond mobiliteit en re-integratie?

Demissionair minister Karremans van Economische Zaken heeft extra maatregelen aangekondigd om de regeldruk voor werkgevers te verlagen. Deze richten zich onder meer op de regels bij re-integratie, de verplichte mobiliteitsrapportage (WPM) en de AVG.

De minister deelt in een Kamerbrief zijn zorgen over de economische toekomst van Nederland. Door diverse knelpunten staat het ondernemingsklimaat onder druk en daarmee op termijn ook de ‘brede welvaart’. Eén van de knelpunten is de hoeveelheid regels waar organisaties mee te maken hebben. De regeldrukkosten zijn de afgelopen jaren met honderden miljoenen euro’s gestegen. Het kabinet wil dit veranderen en heeft daar ook al een breed palet aan acties voor opgezet. Maar er is volgens de minister meer nodig. Hij heeft daarom een aanvullende aanpak geïntroduceerd, onder meer met het doel om de regeldruk van 500 regels vóór de zomer van 2026 te schrappen of verminderen. De ministerraad is hiermee akkoord gegaan. Nu is het wachten op het vervolg.

Meer hulpmiddelen voor WPM-rapportage en AVG-plichten

Voorbeelden van wetgeving waar de gevolgen van worden aangepakt, zijn de regels van de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM), de re-integratie bij ziekte, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).

  • Voor de WPM (artikel) – die werkgevers met minimaal 100 werknemers verplicht om jaarlijks te rapporteren over het woon-werkverkeer en zakelijke verkeer van werknemers – kondigde het kabinet vorig jaar al aan de administratieve rompslomp terug te willen dringen. Inmiddels is geïnventariseerd wat er beter kan. Op korte termijn zijn er geen grote wijzigingen mogelijk. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verbetert wel de handreiking (pdf) voor de dataverzameling en ontwikkelt ook tools om de dataverzameling voor woon-werkverkeer te vergemakkelijken. Die hulpmiddelen worden dit najaar naar buiten gebracht en zijn dus voor de volgende rapportage in 2026 bruikbaar. Na 2026 volgen mogelijk vereenvoudigingen in de regeling zelf. Denk aan een lagere frequentie van de rapportage en uitzonderingen voor specifieke sectoren of het mkb.
  • Op het gebied van arbeidsongeschiktheid en re-integratie verwijst de minister naar het plan om het arbeidsongeschiktheidsstelsel te herzien, het wetsvoorstel dat werkgevers eerder duidelijkheid moet geven over wanneer zij een langdurig zieke werknemer kunnen vervangen en het wetsvoorstel dat het medisch advies van de bedrijfsarts leidend maakt bij de toets op het re-integratieverslag door UWV. Deze plannen hebben echter veel kritiek gekregen – onder meer van de Raad van State – dus is het de vraag of ze daadwerkelijk ingevoerd zullen worden en een positief verschil gaan maken.
  • De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gaat de voorlichting over de strenge privacyregels van de AVG nog meer toespitsen op de praktijk van het mkb. Ook ontwikkelt de AP hulpmiddelen om verplichte privacydocumenten op te stellen en zet de AP op een rij voor welke verwerkingen van persoonsgegevens geen uitgebreide risicoanalyse (DPIA) nodig is. De AVG zelf is als EU-richtlijn niet zomaar aan te passen en de minister waarschuwt dan ook dat er een ‘zekere lastendruk’ zal blijven bestaan.
  • De werkgeversverplichting om arbeidsrisico’s in kaart te brengen via een RI&E krijgt ook doorlopend aandacht. Brancheverenigingen hebben de mogelijkheid een branche-RI&E op te stellen. Kleine werkgevers die op zo’n branche-RI&E terugvallen, hoeven de RI&E niet te laten toetsen. Het kabinet onderzoekt nu wat er nodig is om tot meer erkende branche-RI&E’s te komen en hoe organisaties gestimuleerd kunnen worden om daarvan gebruik te maken.