Weinig cao’s met afspraken over duurzame mobiliteit
In minder dan 1 op de 5 cao’s (17%) zijn afspraken vastgelegd voor het verduurzamen van zakelijk en woon-werkverkeer van werknemers. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onder 1.151 werkgevers die moeten rapporteren over hun werkgebonden personenmobiliteit (WPM). Deze rapportageplicht dient als stok achter de deur voor het terugdringen van de CO2-uitstoot bij werkgevers, en dat is iets wat de ondernemingsraad (OR) moet stimuleren.
Sinds 1 juli 2025 moeten werkgevers met meer dan 100 werknemers jaarlijks rapporteren over het woon-werkverkeer en zakelijke verkeer van hun werknemers. Daarmee wil de overheid stimuleren dat werkgevers maatregelen gaan nemen om de CO2-uitstoot van werknemersmobiliteit te verlagen. Denk aan overstappen op elektrisch vervoer, openbaar vervoer of fietsen stimuleren of vaker thuiswerken. Uit het landelijk werkgeversonderzoek, uitgevoerd door Ipsos I&O, blijkt dat er nog een wereld te winnen is. Ruim de helft (55%) van de respondenten geeft aan dat zij wel bewust nadenken over hun mobiliteitsbeleid, maar slechts 17% van de cao’s bevat daadwerkelijk afspraken om het zakelijke en woon-werkverkeer van werknemers te vergroenen.
Grote verschillen tussen sectoren
Het onderzoek laat ook zien dat er grote verschillen zitten in hoe sectoren hun mobiliteitsbeleid invullen. Zo is de bouw en industrie vooral ingericht op het gebruik van de auto. Werkgevers hebben veel leaseauto’s en bieden onder meer gratis parkeren (99%) en een vergoeding van parkeerkosten (89%). Slechts 9% van de cao’s bevat afspraken over duurzame mobiliteit. De commerciële dienstverlening biedt onder meer mobiliteitsbudgetten (29%) en leasefietsregelingen (32%), maar slechts 14% van de cao’s bevat afspraken over duurzame mobiliteit. De niet-commerciële dienstverlening (zorg, onderwijs, overheid) biedt werknemers meer duurzame alternatieven, zoals vergoeding van openbaar vervoer (82%), leenfietsen (51%) en een thuiswerkvergoeding (75%) en hier bevat bijna een kwart (22%) van de cao’s afspraken over duurzame mobiliteit.
Groener wagenpark en minder reizen
De auto is nog altijd favoriet bij werknemers voor woon-werkverkeer: 60% reist meestal met de auto of motor naar het werk. Werkgevers hoeven het reisgedrag van werknemers ook niet altijd te veranderen om hun CO2-uitstoot te verlagen. Om hun mobiliteit te vergroenen kunnen zij bijvoorbeeld ook hun wagenpark verduurzamen (dit is 6 op de 10 werkgevers nog dit jaar van plan) of door te kiezen voor hybride werken, zodat het aantal reisbewegingen van werknemers omlaag gaat. Bij 7 van de 10 werkgevers is hybride werken toegestaan en 89% faciliteert dit met goede ICT.
OR kan verduurzaming mobiliteitsbeleid stimuleren
De ondernemingsraad heeft de taak om milieuzorg te stimuleren (verdiepingsartikel) binnen de organisatie (artikel 28, lid 4 WOR). Het verduurzamen van het mobiliteitsbeleid hoort daar ook bij. De OR kan het onderwerp noteren voor de eerstvolgende overlegvergadering met de bestuurder of hem een concreet voorstel doen (artikel 23 WOR). De OR heeft adviesrecht als de bestuurder een belangrijke maatregel op het gebied van milieuzorg wil treffen (artikel 25, lid 1l WOR). Ook het instemmingsrecht (artikel 27 WOR) kan van toepassing zijn als de bestuurder personele regelingen wil aanpassen, bijvoorbeeld als het gaat om de arbeidsomstandigheden, de arbeids- en rusttijdenregeling, het beloningssysteem of een regeling op het gebied van het werkoverleg.