U bent hier

Onderneming & Salaris
Beroepsopleiding komt voor rekening van werkgever

Beroepsopleiding komt voor rekening van werkgever

Een advocaat in spe moet, na de studie rechten, ook nog de Beroepsopleiding Advocatuur voltooien om als advocaat werkzaam te mogen zijn. Deze opleiding is noodzakelijk en komt daarom voor rekening van de werkgever.

Werkgevers zijn verplicht scholing (V&A) aan hun werknemers aan te bieden als die nodig is voor de uitoefening van de functie of verplicht is op basis van de wet of cao. Het gaat daarbij niet alleen om scholing die werknemers nodig hebben om hun werk te kunnen blijven doen, maar ook voor de situatie dat hun functie komt te vervallen of een werknemer zijn eigen functie niet langer kan vervullen. Ook dan moet de werkgever investeren in scholing om de werknemer inzetbaar te houden.

Kosten noodzakelijke of verplichte scholing

De kosten voor een verplichte opleiding mogen niet voor rekening van werknemers komen. Alle kosten in verband met het volgen van de verplichte scholing zijn voor rekening van de werkgever. Denk hierbij aan inschrijvingskosten, reiskosten, studiemateriaal en examengelden. Een afspraak op grond waarvan de werknemer bijdraagt in de kosten van verplichte scholing is nietig. Voor niet-verplichte scholing is een studiekostenbeding (verdiepingsartikel) wel mogelijk.
In de praktijk is er regelmatig discussie over de vraag of een opleiding wel of niet verplicht of noodzakelijk is. Dit was ook het geval bij de Beroepsopleiding Advocatuur.

De route van advocaat-stagiair naar advocaat

Een werknemer die advocaat wil worden, wordt eerst advocaat-stagiair (V&A). Onder begeleiding van een mentor die advocaat is, doet hij ervaring op in het vak en volgt hij de Beroepsopleiding Advocatuur. Na succesvolle afronding van de opleiding en stage kan de werknemer aan de slag als volwaardig advocaat. Verdere begeleiding door een mentor is dan niet meer verplicht: hij mag zelfstandig werken.

Beroepsopleiding Advocatuur is verplichte scholing

De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat de Beroepsopleiding Advocatuur een noodzakelijke opleiding is voor de functie van advocaat-stagiair. De opleiding is namelijk verplicht en gericht op het werk dat de advocaat-stagiair verricht (training on the job). Een advocatenkantoor is daarom als werkgever op grond van de wet verplicht de advocaat-stagiair in staat te stellen deze opleiding te volgen én de kosten van de opleiding te betalen.
De kosten voor deze opleiding bedragen € 13.867 exclusief BTW. Een flinke investering voor een werkgever die niet zeker weet of hij de werknemer na afronding van de opleiding wil behouden. Ook de werknemer kan ervoor kiezen om na de opleiding elders te gaan werken.
Hoge Raad, 26 september 2025, ECLI (verkort): 1386