U bent hier

Onderneming & Fiscus
A-G: meer tijd voor verdeling box 3 na massaal bezwaar

A-G: meer tijd voor verdeling box 3 na massaal bezwaar

Belastingplichtigen die meegaan in een massaalbezwaarprocedure voor box 3, zouden na afloop meer tijd moeten krijgen om de inkomensverdeling tussen partners nog te wijzigen. Dat is het advies dat advocaat-generaal Koopman geeft aan de Hoge Raad. De huidige regels hiervoor zijn volgens hem te strikt.

Bij het aangeven van inkomen in box 3 kunnen fiscale partners tot op zekere hoogte zelf kiezen wat fiscaal gezien de meest gunstige onderlinge inkomensverdeling is. Partners mogen deze toerekening nog aanpassen tot het moment dat de aanslagen onherroepelijk vaststaan. Dat zal in de meeste gevallen zo zijn als de bezwaartermijn (stappenplan) voor een aanslag is verlopen. Deze termijn is zes weken en start op de datum van de dagtekening van de aanslag.

Inkomensverdeling aanpassen kan niet meer

In deze zaak ging het om een belastingplichtige die bezwaar aantekende tegen de box 3-heffing in de aanslag inkomstenbelasting over 2017. Dit bezwaar kwam uiteindelijk terecht in een massaalbezwaarprocedure over box 3. In februari 2022 verklaarde de staatssecretaris van Financiën al deze bezwaren gegrond. Op basis daarvan ontving de belastingplichtige in juli 2022 een verminderingsbeschikking van de inspecteur. Vervolgens stuurde de man een verzoek aan de fiscus om de inkomensverdeling tussen hem en zijn partner nog aan te passen. Omdat de aanslag over 2017 van de belastingplichtige inmiddels al onherroepelijk vaststond, had de inspecteur dit aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering. Dat verzoek werd afgewezen, en ook het bezwaar dat de man hierover vervolgens indiende wees de inspecteur af. 

Vragen aan de Hoge Raad

Daarop kwam de zaak terecht bij de rechtbank in Den Haag. En die stelde zogeheten prejudiciële vragen aan de hoogste rechter van het land, de Hoge Raad. In dit geval wilde de rechtbank weten hoe de Hoge Raad kijkt naar de mogelijkheid om de inkomensverdeling in box 3 aan te passen na een collectieve uitspraak, zoals in een massaalbezwaarprocedure.
In zijn advies aan de Hoge Raad stelde de advocaat-generaal (A-G) dat de regel dat belastingplichtigen de inkomensverdeling alleen nog kunnen wijzigen totdat de aanslag onherroepelijk is, voor dit soort gevallen te strikt is. De wet kent een uitzondering voor individuele belastingplichtigen die tot aan de Hoge Raad procederen. Na het arrest van de Hoge Raad staat de aanslag ook onherroepelijk vast, want dan is er geen beroep meer mogelijk. Maar in dergelijke situaties krijgen belastingplichtigen alsnog zes weken de tijd om de inkomensverdeling aan te passen.

Wijzigingstermijn van zes weken, is het advies

Maar nadat de Hoge Raad een oordeel heeft geveld in een massaalbezwaarprocedure, weet de belastingplichtige nog niet waar hij aan toe is, aldus de A-G. Daarvoor moet eerst het 'abstracte en algemene' antwoord op een rechtsvraag van de Hoge Raad vertaald worden naar de individuele situatie van de belastingplichtige. Eigenlijk pas als de verminderingsbeschikking op de mat ploft, kan de belastingplichtige zelf gaan rekenen met het verdelen van het inkomen. Maar tegen die tijd is de termijn voor het wijzigen van de verdeling al verlopen. De A-G adviseert de Hoge Raad dan ook om ook in dit soort procedures belastingplichtigen zes weken de tijd te geven. Die termijn zou dan moeten gaan lopen vanaf de dagtekening van de verminderingsbeschikking. Nu moet de Hoge Raad dus gaan beoordelen of de fiscus deze nieuwe termijn inderdaad in acht zou moeten nemen.
Parket bij de Hoge Raad, 7 november 2025 (publicatiedatum 21 november 2025), ECLI (verkort): 1210