U bent hier

Onderneming & Personeel
Boetes en strengere controles bij handhaving schijnzelfstandigheid

Boetes en strengere controles bij handhaving schijnzelfstandigheid

In 2026 gaat de Belastingdienst weer boetes opleggen bij de handhaving van schijnzelfstandigheid. Daarnaast vervallen ook de versoepelingen in controle en onderzoek van de fiscus. Waar nu nog het recentste aangiftetijdvak wordt bekeken, kan dat vanaf 2026 ook eerdere jaren gaan betreffen.

Vanaf 2026 gaat de Belastingdienst nog strikter handhaven op het werken met (schijn) zelfstandigen. Dit volgt uit een kamerbrief van 2 oktober 2025 van de staatssecretaris. De 'zachte landing' komt daarmee per 2026 te vervallen. Dit betekent dus dat er weer boetes kunnen worden opgelegd. Daarnaast vervallen de uitgangspunten dat de Belastingdienst start met een bedrijfsbezoek en kiest voor een onderzoek van het meest recente aangiftetijdvak.

Consequenties einde zachte landing

Wat betekent het einde van de zachte landing voor werkgevers? Vanaf 1 januari 2026:

  • kan de Belastingdienst weer direct verzuim- en vergrijpboetes opleggen bij schijnzelfstandigheid; bij verzuimboetes gaat het dan om maximaal € 6.709 (2025, verwachting is dat dit bedrag in 2026 nog stijgt), bij vergrijpboetes en opzet bedraagt de boete 50% van de belasting die opzettelijk is verzwegen, bij grove schuld is dit 25%.
  • vervallen de versoepelingen in controle en onderzoek; onderzoeken kunnen ook eerdere jaren gaan omvatten.
  • wordt handhaving weer een vast onderdeel van het toezicht.

Organisaties die regelmatig met zzp’ers werken, doen er goed aan de arbeidsrelatie met zzp’ers kritisch te bekijken (artikel). Hiervoor zijn diverse hulpmiddelen beschikbaar, zoals de handleiding ‘Zzp ja of nee’ van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tegelijkertijd moeten ook die hulpmiddelen kritisch worden bekeken.