Omzetafhankelijke beloning telt mee voor vakantieloon
Het vakantieloon van een werknemer moet vergelijkbaar zijn met zijn loon in gewerkte periodes. Heeft een werknemer een deels omzetafhankelijk salaris, dan moet de werkgever dit meenemen bij het berekenen van het vakantieloon. Dat bevestigde de Hoge Raad onlangs.
Het salaris van drie fysiotherapeuten bedroeg een percentage van de omzet die ze zelf draaiden, inclusief vakantiegeld (officieel: vakantiebijslag) en loon voor vakantiedagen. Er was dus sprake van een all-in loon. Wel kregen de werknemers een bepaald ‘garantiesalaris’ (onafhankelijk van de behaalde omzet), dus ook tijdens vakantie (het vakantieloon). Geruime tijd na uitdiensttreding stapten de werknemers naar de kantonrechter, waar ze achterstallig loon en loon voor vakantiedagen over de vakantieperioden vorderden. Volgens de werknemers was het namelijk onrechtmatig dat hun vakantieloon lager was dan het salaris dat ze ontvingen in gewerkte periodes.
Rechtbank Midden-Nederland wees de vorderingen van de werknemers grotendeels af. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigde de vonnissen van de rechtbank en veroordeelde de werkgever onder meer tot het betalen van achterstallig salaris en loon over vakantiedagen.
Vakantie mag geen financieel nadeel opleveren
In cassatie verduidelijkte de Hoge Raad dat een werknemer tijdens zijn vakantie recht op loon behoudt. Dit vakantieloon moet vergelijkbaar zijn met het loon in gewerkte periodes, zodat de werknemer geen financieel nadeel ondervindt van het opnemen van vakantie. Als de beloning van een werknemer grotendeels variabel is en de variabele beloning niet wordt meegerekend bij het vaststellen van het vakantieloon, wordt de werknemer ontmoedigd om vakantie op te nemen, terwijl het de plicht is van de werkgever om de werknemer in staat te stellen vakantie op te nemen. Daarnaast mag een werkgever het loon voor vakantiedagen alleen uitbetalen met het reguliere loon als dit op een transparante en begrijpelijk manier gebeurt.
Geen rekening gehouden met omzetafhankelijk loon
Aan geen van deze voorwaarden werd voldaan in deze zaak. De werkgever had bij het berekenen van het vakantieloon namelijk geen rekening gehouden met het deels omzetafhankelijke loon van de werknemers én het was niet duidelijk welk deel van het reguliere loon van de werknemers bestond uit het loon voor vakantiedagen. Omdat de werknemers tijdens vakantie minder loon kregen dan in gewerkte periodes, werden zij in feite niet gestimuleerd om vakantie op te nemen. De Hoge Raad sloot zich dan ook aan bij het oordeel van het hof dat de afspraak om het loon voor vakantiedagen in te begrijpen in het all-in loon nietig was.
Hebben werknemers aan hun klachtplicht voldaan?
Toch vernietigde de Hoge Raad de uitspraak van het hof, omdat het hof ten onrechte was voorbijgegaan aan de stelling van de werkgever dat de werknemers niet aan hun klachtplicht hadden voldaan. De Hoge Raad verwees de zaak door naar Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Oordeelt dat hof dat de werknemers inderdaad niet tijdig geklaagd hebben over het te weinig ontvangen loon, dan wordt hun vordering sowieso afgewezen. Een variabele beloning kan overigens meer zijn dan alleen een omzetafhankelijke beloning; ook een overwerkvergoeding kan meetellen voor het vakantieloon (artikel).
Hoge Raad, 21 november 2025, ECLI (verkort): 1737