U bent hier

Onderneming & Fiscus
Deel dga’s kan in 2026 rekenen op een 'pensioensplusje'

Deel dga’s kan in 2026 rekenen op een 'pensioensplusje'

Directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) die hun pensioenvoorziening hebben ondergebracht in een oudedagsverplichting (ODV) kunnen ook volgend jaar weer rekenen op een kleine 'pensioenverhoging'. Het nieuwe percentage voor de jaarlijkse aanpassing is namelijk vastgesteld op 2,593%. Daarmee blijft de opwaartse lijn van de afgelopen jaren netjes overeind.

Sinds de overheid in 2017 de stekker trok uit het pensioen in eigen beheer, hebben meer dan 53.000 dga’s hun oude pensioenpotje omgezet naar een ODV. Voor deze groep vormt de ODV sindsdien één van de weinige manieren om het pensioen nog binnen de eigen bv vorm te geven. Tegenwoordig moeten dga’s hun pensioenvoorziening op een andere manier regelen (checklist), bijvoorbeeld door middel van een lijfrente.

Hoe werkt dat jaarlijkse ‘bijstellen’ ook alweer?

Een ODV keert het opgebouwde bedrag in twintig jaarlijkse stukken uit, meestal vanaf de AOW-leeftijd. Elk jaar mag de ODV worden aangepast aan de hand van een rentepercentage dat de overheid vaststelt. Dat percentage volgt het gemiddelde U-rendement van het voorgaande jaar; dit is feitelijk een graadmeter voor wat Nederlandse staatsleningen zo’n beetje opbrengen. Na drie jaren op rij (2020 t/m 2022) negatieve percentages, staat de wind inmiddels al een tijdje gunstig in de zeilen. Voor dit jaar (2025) staat het percentage op 2,602%. En hoewel de verhoging voor 2026 nét een fractie lager uitvalt, blijft 2,593% een vriendelijk percentage voor dga’s met een ODV.

Wat merkt een dga hier nu concreet van?

Zoals altijd wordt de verhoging aan het einde van het boekjaar doorgevoerd.

  • Als de ODV al uitkeert, stijgt de maandelijkse uitkering licht mee. Het exacte effect hangt af van de startdatum van de uitkeringen.
  • Zit de ODV nog in de opbouwfase, dan wordt de balanswaarde per 31 december 2026 verhoogd. Het pensioenpotje groeit dus verder aan zonder dat de dga er extra geld in hoeft te stoppen.
  • Bij een gebroken boekjaar moet er gerekend worden met de geldende percentages uit twee verschillende jaren.

Hoewel het percentage aan het eind van het jaar formeel nog in de wet wordt bevestigd, zijn er verder geen signalen dat het kabinet daarvan wil afwijken. In de afgelopen jaren is er nooit door de politiek ingegrepen, zelfs niet in de jaren waar het percentage negatief was.