U bent hier

Onderneming & Personeel
Gebrek aan vermogen tot samenwerken, geen conflict

Gebrek aan vermogen tot samenwerken, geen conflict

Over een werknemer komen de nodige klachten binnen, hij zou namelijk niet kunnen samenwerken. Het leidt uiteindelijk tot een rechtszaak, waarvan de uitspraak verschillende relevante overwegingen bevat.

De werknemer in kwestie zou niet kunnen samenwerken: niet met collega’s én niet in teamverband. Ook met verschillende achtereenvolgende leidinggevenden kan hij niet door één deur. Plaatsing in andere teams, onder diverse leidinggevenden, biedt geen soelaas. Ook ondersteuning en zelfs meerdere mediationgesprekken (artikel) leiden niet tot een oplossing. De werkgever dient vervolgens bij de rechter een ontbindingsverzoek in. Om redenen die ontbreken in de uitspraak, oordeelt de rechter dat van een duurzaam en ernstige verstoring van de arbeidsrelatie geen sprake is. De rechter vindt dat een conflictsituatie in dit geval ontbreekt. Een gebrek aan samenwerkingsvermogen kan klaarblijkelijk zonder conflict bestaan.

Redelijke ontbindingsgrond ‘disfunctioneren’

Wél oordeelt de rechter dat kunnen samenwerken een functioneringsvereiste is, waar de werknemer in kwestie onvoldoende aan voldoet. De werkgever heeft alle stappen genomen die in dit geval van hem verwacht worden om uiteindelijk tot de redelijke ontbindingsgrond ‘disfunctioneren’ (toolbox) te komen. De werkgever heeft immers gesprekken gevoerd met de werknemer (zowel binnen als buiten mediation), proefplaatsing in andere teams met andere managers geprobeerd, en coaching aangeboden. Daarom is er volgens de rechter sprake van een voldragen ontslaggrond: het gebrek aan samenwerkingsvermogen van de werknemer zorgt ervoor dat de arbeidsovereenkomst niet kan voortduren.

Terugkeer van de werknemer onbespreekbaar

Maar daarmee is de kous niet af. Het doek valt voor de werkgever op de herplaatsingsverplichting. Uit de correspondentie tussen beide partijen, voorafgaand aan de ontbindingsprocedure, maakt de rechter op dat voor de werkgever een terugkeer van de werknemer onbespreekbaar is, ook niet in een andere functie. Dit standpunt, net als het gebrek aan herplaatsingsgesprekken (tool) of andere herplaatsingsinspanningen, maakt voor de rechter dat de werkgever onvoldoende heeft onderzocht of herplaatsing mogelijk is. Hij wijst het ontbindingsverzoek om die reden af; de werknemer blijft in dienst.

Verbeterkans bieden

De beoordeling van een ontbindingsverzoek is altijd aan de omstandigheden van het geval onderhevig. Misschien zou een andere rechter een uitspraak doen uit een meer praktisch oogpunt. De les die uit deze uitspraak getrokken kan worden, is wel dat een gebrek aan samenwerkingsvermogen kan leiden tot disfunctioneren, maar niet (altijd) tot een verstoorde arbeidsrelatie. In dat geval zal de werknemer een verbeterkans geboden moeten worden.
Rechtbank Den Haag 25 juli 2025, ECLI (verkort): 20697

Dit nieuwsartikel is geschreven door Amber Willemsen, advocaat arbeidsrecht bij GMW Advocaten, e-mail: [email protected]