Wetsvoorstel compensatie transitievergoeding naar Kamer
Ondanks veel kritiek zet het demissionaire kabinet door met het plan om de compensatie van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte te beperken tot kleine werkgevers. Het wetsvoorstel is naar de Tweede Kamer gestuurd.
Op verzoek van demissionair minister Paul van SZW heeft de ministerraad ingestemd met het naar de Tweede Kamer sturen van het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is gericht op de compensatie die werkgevers kunnen ontvangen als zij bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid een transitievergoeding moeten betalen. De compensatie dekt de transitievergoeding tot het moment waarop de werknemer twee jaar arbeidsongeschikt is.
Het demissionaire kabinet is van mening dat kleine werkgevers deze compensatie het hardst nodig hebben. Om structureel € 380 miljoen te besparen, wordt de compensatie voor andere werkgevers geschrapt. Een werkgever geldt als klein wanneer zijn loonsom maximaal 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per kalenderjaar bedraagt. In 2025 ligt de grens tussen kleine en middelgrote werkgevers bij een loonsom van maximaal € 990.000 (25 × € 39.600).
Mogelijk weer slapende dienstverbanden
Hoewel het kabinet met de maatregel de overheidsfinanciën ‘houdbaarder’ wil maken, wordt de compensatie gefinancierd uit een fonds waarvoor werkgevers premie betalen. Dit is één van de kritiekpunten op het wetsvoorstel. Het kabinet geeft hierover aan dat de kosten van de regeling inmiddels een stuk hoger zijn dan de opbrengsten van de premieverhoging die is doorgevoerd bij de invoering van de compensatieregeling.
Een ander kritiekpunt is dat er een prikkel wegvalt om werknemers na twee jaar ziekte niet in een slapend dienstverband te houden. Voordat de compensatieregeling werd ingevoerd, probeerden veel werkgevers op deze manier de transitievergoeding te ontlopen. Die is immers pas verschuldigd bij uitdiensttreding, terwijl na twee jaar ziekte in principe de loondoorbetalingsplicht eindigt. Het kabinet hoopt dat werkgevers niet zullen terugvallen op slapende dienstverbanden. Een nadeel van een slapend dienstverband kan zijn dat de werknemer vakantiedagen blijft opbouwen. Over dit punt bestaat discussie (artikel).
Maatregel zou al in 2026 kunnen ingaan
Naast de vele kritische reacties tijdens de internetconsultatie kon het wetsvoorstel ook niet de goedkeuring van de Raad van State wegdragen. De Raad ziet liever dat werkgevers bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid helemaal geen transitievergoeding hoeven te betalen. Dit advies heeft het kabinet niet opgevolgd.
Als het demissionaire kabinet zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer een meerderheid voor het wetsvoorstel weet te vinden, kunnen de nieuwe regels op 1 juli 2026 in werking treden.