Vragen en antwoorden rond RVU-afspraken op een rij

Per 2026 wordt de drempelvrijstelling voor een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) voortgezet, met enkele aanpassingen. Hier kwamen echter veel vragen over. Daarom verscheen onlangs een lijst met de meest gestelde vragen rondom RVU-regelingen en de bijbehorende antwoorden.

Het kabinet en sociale partners hebben in 2024 afgesproken om de drempelvrijstelling voor een regeling voor vervroegde uittreding na 2025 voort te zetten. In het akkoord is afgesproken dat alleen werknemers met zwaar werk nog gebruik kunnen maken van RVU-regelingen. Wat precies ‘zwaar werk’ is, kan echter per sector verschillen.

Het Expertisecentrum Zwaar Werk

Afspraken over wie onder de doelgroep van zwaar werk vallen voor een RVU-regeling worden gemaakt door de sociale partners en staan in de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) van verschillende sectoren. Om deze afspraken te beoordelen, heeft onderzoeksorganisatie TNO het nieuwe ‘Expertisecentrum Zwaar Werk’ opgericht. Het expertisecentrum beoordeelt de afbakening van de RVU-doelgroep in cao’s  en kan hierover adviseren.
Wel is inmiddels gebleken dat het expertisecentrum langer doet over het beoordelingsproces dan verwacht werd. Nog niet gevalideerde RVU-regelingen kunnen onder voorwaarden wel ingaan per 2026.

Nieuw document met vragen en antwoorden

Van cao-partijen kwamen en komen veel vragen. In reactie daarop heeft de Stichting van de Arbeid, in afstemming met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de meest gestelde vragen in één document verzameld en voorzien van een antwoord. In totaal behandelt het document meer dan vijftig verschillende vragen en het is de bedoeling om de lijst regelmatig te actualiseren.

Naheffing en gedeeltelijk gebruik

Eén van de vragen die aan de orde komt is of de Belastingdienst een naheffing kan opleggen als een RVU-regeling niet in orde is, dus niet gericht of valide. Het antwoord hierop is nee. De Belastingdienst bekijkt namelijk niet of RVU-regelingen gevalideerd en onderbouwd zijn. Het is aan cao-partijen om dit op orde te hebben, en sociale partners en het ministerie van SZW controleren hierop.
Een andere vraag in het document gaat over gedeeltelijk gebruik van een RVU-regeling. Hierover zegt de Stichting van de Arbeid dat het uitgangspunt is dat een werknemer volledig uit dienst treedt bij een RVU-regeling, en dus niet gedeeltelijk. Dit met het oog op het doel van de RVU, namelijk werknemers die door de zwaarte van het werk niet in staat zijn gezond de AOW-leeftijd te bereiken de mogelijkheid te bieden vervroegd uit het arbeidsproces te treden.