Dekkingsgraad pensioenfondsen naar 107%

Eind maart bedroeg de dekkingsgraad van het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds 107%. Daarmee lag hij voor het eerst sinds lange tijd boven de minimale waarde van 105% die De Nederlandsche Bank (DNB) verplicht stelt.

De dekkingsgraad is een belangrijke graadmeter voor de pensioenvooruitzichten van de werknemers in uw onderneming. Het geeft de verhouding aan tussen het vermogen dat een pensioenfonds heeft en de verplichtingen die het fonds heeft naar alle deelnemers. Ligt de dekkingsgraad op de 100%, dan heeft het fonds precies genoeg geld om op dit moment alle toekomstige uitkeringen te betalen. Er is dan echter geen enkele buffer om onvoorziene tegenvallers op te vangen. DNB hanteert dan ook een ondergrens van 105%.

Kortingen op pensioenuitkeringen per 1 april

Over de maand maart bedroeg de dekkingsgraad van het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds volgens de Pensioenthermometer van Aon Hewitt 107%. Voor de maand februari lag de dekkingsgraad nog op 103%. Op dat moment was nog geen rekening gehouden met de kortingen die 68 pensioenfondsen hebben doorgevoerd om hun dekkingsgraad weer op peil te brengen. Hierover las u al in het bericht ‘Korting op pensioenuitkeringen per 1 april’. Deze korting is verwerkt per eind februari 2013, zoals DNB heeft voorgeschreven. Dit laat de dekkingsgraad met ongeveer één procentpunt stijgen.

Dekkingsgraad maart volgens oude rekenwijze op 99%

Dat de dekkingsgraad nu weer boven de 105% ligt, komt voor een groot deel door ingrepen in de manier waarop de dekkingsgraad wordt berekend. Sinds 30 september 2012 wordt de dekkingsgraad berekend op basis van een aangepaste marktrente die minder gevoelig is voor schommelingen.
Zou de gemiddelde dekkingsgraad worden vastgesteld op basis van de marktrente van vóór die tijd, dan zou hij eind maart nog maar op 99% uitkomen. En als de doorgevoerde kortingen op de pensioenuitkeringen buiten beschouwing worden gelaten, zou de dekkingsgraad zelfs maar 98% bedragen.