Voorbarig op staande voet ontslaan mag niet
Het op staande voet ontslaan van een werknemer is pas mogelijk als die werknemer daadwerkelijk over de schreef is gegaan. Alleen het vermoeden dat hij dat op korte termijn zal gaan doen is in principe niet genoeg. Als een werknemer bijvoorbeeld roept dat hij zonder toestemming op vakantie zal gaan, mag hij pas op zijn eerste vakantiedag ontslagen worden.
Een werknemer sleepte onlangs zijn voormalige werkgever voor het gerecht om zijn ontslag op staande voet aan te vechten. Hij was ontslagen omdat hij van plan zou zijn geweest om zonder toestemming vakantiedagen op te nemen. Volgens de werkgever had de man zijn verlofaanvraag te laat ingediend. Omdat er een bezettingsprobleem was, werd zijn verzoek niet gehonoreerd. De man liet echter weten dat hij hoe dan ook op vakantie naar Spanje zou gaan. Omdat hij volgens zijn werkgever voet bij stuk hield, werd hij op staande voet ontslagen. De ontslagen man beweerde dat hij nog op zoek was naar alternatieve oplossingen, maar hij was al op straat gezet voordat hij daadwerkelijk ongeoorloofd afwezig was geweest. Bij de kantonrechter kreeg hij gelijk: het ontslag was voorbarig. Hij had pas op staande voet ontslagen mogen worden op de eerste dag afwezigheid van zijn verboden vakantie.
Kantonrechter Roermond, 5 augustus 2010, LJN: BN3623