OR moet waken voor verschil man-vrouw bij functiewaardering
Onderscheid tussen mannen en vrouwen is verboden op grond van de Wet gelijke behandeling. Toch zijn functiewaarderingssystemen niet altijd sekseneutraal. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor de ondernemingsraad (OR), aangezien de OR een rol speelt bij zowel het functiewaarderingssysteem als bij het bevorderen van gelijke behandeling in de organisatie.
De OR heeft instemmingsrecht bij het invoeren, wijzigen of afschaffen van een functiewaarderingssysteem (artikel 27, lid 1c van de Wet op de ondernemingsraden (WOR)), tenzij dit geregeld is in de cao. Daarnaast speelt de OR ook een rol bij het bevorderen van gelijke behandeling in de organisatie (artikel 28, lid 3 WOR). Om te voorkomen dat het functiewaarderingssysteem ongelijke behandeling in de hand werkt, let de OR op de volgende punten:
- De functiebeschrijving is volledig: de functies zijn in balans qua lengte, volledigheid, detailniveau en woordgebruik.
- Functiekenmerken zijn objectief: definities, niveautyperingen en eventuele referentiefuncties zijn neutraal verwoord en niet (impliciet) afgestemd op werkzaamheden die voorkomen in functies die vaak als typisch voor mannen of typisch voor vrouwen beschouwd worden.
- Functiekenmerken zijn transparant: het is helder waarom juist die score aan een bepaald gezichtspunt wordt gegeven. Een verschil in (relatief) gewicht moet in ieder geval objectief te rechtvaardigen zijn, zodat wegingsfactoren niet nadelig uitpakken voor vrouwen of mannen.
- De uitwerking van het functiewaarderingssysteem is evenwichtig: heeft het functiewaarderingssysteem gezichtspunten die voor bepaalde functies tot een gunstiger score leiden, dan is het evenwichtig als daar andere gezichtspunten tegenover staan die voor andere functies tot een gunstiger score leiden.
Lagere waardering voor vrouwelijke typeringen
De OR moet goed letten op de woordkeuze in het functiewaarderingssysteem en de manier waarop HR-professionals en leidinggevenden het systeem toepassen om ongelijke behandeling te voorkomen. Zo worden sommige kenmerken op grond van (stereo)typeringen aan vrouwen toegeschreven – bijvoorbeeld ‘empathisch vermogen’ – en wordt daaraan een lagere waardering toegekend dan aan ‘typisch mannelijke kenmerken’ zoals ‘risicobereidheid’. Het Europese Hof heeft bovendien bepaald dat functiewaarderingssystemen een gelijke verdeling van mannelijke en vrouwelijke kenmerken moeten bevatten. Bij kenmerken die vaak als typisch vrouwelijk worden bestempeld kun je denken aan: geduld, tact, opvoeding, mensenkennis en hygiëne en bij typisch mannelijk aan: leidinggeven, financiële verantwoordelijkheid, onderhoud van materiaal, technische werkzaamheden en externe contacten.
Werknemers moeten ook de mogelijkheid hebben tot bezwaar en beroep bij functiewaardering. De OR moet er dus ook op letten dat er een goede bezwaar- en beroepsprocedure is opgenomen in het functiewaarderingsbeleid.