U bent hier

Onderneming & Arbo
Einde slapend dienstverband door oordeel Hoge Raad?

Einde slapend dienstverband door oordeel Hoge Raad?

De Hoge Raad heeft zich uitgesproken over het slapend dienstverband: een werkgever mag een werknemer in principe niet tegen zijn zin ‘slapend’ in dienst houden, om zo de betaling van de transitievergoeding te ontlopen.

In september ontving de Hoge Raad een advies van de advocaat-generaal (AG) over het slapend dienstverband. Een werknemer heeft een slapend dienstverband als zijn werkgever weigert om hem te ontslaan na twee jaar arbeidsongeschiktheid. De werknemer heeft dan geen recht meer op loon, terwijl de werkgever (op dat moment) ook de transitievergoeding niet hoeft uit te betalen. Uit het vandaag gepubliceerde arrest van de Hoge Raad blijkt nu dat de hoogst rechtsprekende instantie van Nederland het advies van de AG opvolgt.
Kern van de uitspraak is dat een werkgever op basis van ‘de eis van het goed werkgeverschap’ een langdurige arbeidsongeschikte werknemer niet in een slapend dienstverband behoort te houden als hij verzoekt om beëindiging van zijn arbeidscontract, met uitbetaling van de vergoeding die gelijk is aan de transitievergoeding. De werkgever hoeft echter niet meer te betalen dan het bedrag aan transitievergoeding dat de werknemer op het moment van ontslag na twee jaar ziekte zou krijgen.

Invloed van Wet compensatieregeling transitievergoeding

Momenteel zouden er duizenden werknemers tegen hun zin een slapend dienstverband hebben. In één van de rechtszaken over dit thema werden er prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Doel van zulke vragen is dat de Hoge Raad duidelijkheid schept over de regels. Deze duidelijkheid is nu dus gegeven. Dat een werkgever desgewenst een slapend dienstverband behoort te beëindigen als hij geen redelijk belang heeft bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst én dat hij hiervoor in principe een vergoeding moet betalen, baseert de Hoge Raad op de Wet compensatieregeling transitievergoeding. Deze wet regelt vanaf 1 april 2020 een compensatie van de vergoedingen die werkgevers sinds 1 juli 2015 hebben betaald bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Met de wet wil de regering een einde maken aan slapende dienstverbanden.

Einde slapende dienstverbanden leidt tot hoge kostenpost

Het arrest zal als gevolg hebben dat veel werknemers opnieuw een verzoek zullen indienen bij hun werkgever om het dienstverband te beëindigen en daarbij een vergoeding uit te betalen. Als er geen sprake is van een uitzonderingssituatie die het slapend dienstverband rechtvaardigt, zal de werkgever aan het verzoek van zijn werknemer moeten voldoen. Voor werkgevers die veel werknemers slapend in dienst hebben gehouden, kan het arrest tot een flinke kostenpost leiden.
Hoge Raad, 8 november 2019, ECLI (verkort): 1734