U bent hier

Onderneming & Arbo
Pensioenfondsen mogen kortingen voorlopig uitstellen

Pensioenfondsen mogen kortingen voorlopig uitstellen

Pensioenfondsen krijgen langer de tijd om aan de wettelijke financiële eisen te voldoen. Daardoor is de verwachting dat een groot aantal pensioenfondsen volgend jaar de pensioenen niet hoeft te verlagen.

Minister Koolmees van SZW heeft aan de Tweede Kamer een brief (pdf) over de dreigende pensioenkortingen gestuurd. De financiële situatie van een groot aantal pensioenfondsen leidt tot maatschappelijke onrust. Uitwerking van het in juni gesloten pensioenakkoord heeft daarom de hoogste prioriteit. Om dit te bereiken wil de minister in de huidige situatie zo veel mogelijk rust en stabiliteit creëren. Pensioenfondsen die in problemen verkeren krijgen om die reden van de minister onder voorwaarden uitstel om aan de huidige financiële eisen te voldoen.

Dekkingsgraad bij veel pensioenfondsen gevaarlijk laag

De minister geeft aan dat de financiële situatie van een groot aantal pensioenfondsen kwetsbaar is doordat de gemiddelde dekkingsgraad (tool) van de pensioenfondsen rond 100% ligt. Bij een dekkingsgraad van 100% heeft een pensioenfonds kort gezegd precies genoeg vermogen om de pensioenen te kunnen betalen. Pensioenfondsen zijn echter verplicht om een buffer aan te houden om financiële tegenvallers op te vangen: het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Bij een dekkingsgraad van 100% is er geen buffer om tegenvallers op te vangen. Pensioenfondsen die niet aan het VEV voldoen, moeten een herstelplan opstellen waarin zij moeten aangeven hoe zij het fonds op termijn (in de regel binnen 10 jaar) weer op het VEV uit laten komen.

Termijn herstelplan van pensioenfonds naar 12 jaar

De minister zal de pensioenfondsen in 2020 langer de tijd geven om te herstellen naar het VEV (vaak tussen de 115% en 125%). Hij verlengt daarvoor de hersteltermijn van 10 naar 12 jaar. Daarbij houdt hij wel een ondergrens aan van 90%. Komt de dekkingsgraad onder de 90%, dan moet het pensioenfonds toch gaan korten. Dit houdt in dat het fonds de pensioenen mag verlagen, zowel de pensioenen die nu worden opgebouwd als de pensioenen die al zijn ingegaan. Door te korten daalt het benodigd vermogen en stijgt de dekkingsgraad. Korten mag alleen in uitzonderlijke omstandigheden als andere maatregelen om de dekkingsgraad op peil te krijgen, zoals het verhogen van de pensioenpremie, niet meer afdoende zijn. Door de hersteltermijn van het VEV uit te breiden, kunnen op den duur kortingen lager gaan uitvallen of mogelijk niet meer nodig zijn.

Meetmoment voor het MVEV een jaar uitgesteld

Het Vereist Eigen Vermogen kent een Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) van 104,3%. Als de dekkingsgraad 5 jaar lang onder het MVEV ligt, moeten pensioenfondsen eveneens verplicht korten. Het MVEV wordt in 5 jaar tijd 6 keer gemeten. De minister heeft besloten om de fondsen vrijstelling te verlenen van het zesde meetmoment op 31 december 2019. Concreet betekent dit dat fondsen die vóór het zesde meetmoment eind 2019 een te lage dekkingsgraad hebben, in 2020 geen korting hoeven toe te passen om aan het MVEV te voldoen. De minister stelt het eerstvolgende MVEV-meetmoment met één jaar uit. Pensioenkortingen kunnen daarna alsnog aan de orde zijn.