U bent hier

OR & Medezeggenschap
Nieuwe vragen en antwoorden over WW-premie

Nieuwe vragen en antwoorden over WW-premie

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW uitgebreid. Er zijn nieuwe vragen en antwoorden aan toegevoegd.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft een nieuwe versie van het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW (pdf) gepubliceerd. In het document gaat het ministerie in 22 vragen en antwoorden uitgebreid in op de nieuwe wet- en regelgeving die sinds 1 januari 2020 geldt voor de WW-premie. Ook staat in een bijlage voor 17 bijzondere situaties of de hoge of de lage WW-premie van toepassing is.

Tijdelijke uitbreiding aantal uren

Het ministerie van SZW heeft een uitgebreid antwoord toegevoegd over de tijdelijke werkwijze rondom een tijdelijke uitbreiding van het aantal uren. Een tijdelijke uitbreiding van het aantal uren van een arbeidsovereenkomst wordt arbeidsrechtelijk gezien als een tweede tijdelijke arbeidsovereenkomst. Deze tweede arbeidsovereenkomst moet in de loonaangifte in een afzonderlijke inkomstenverhouding (IKV) worden aangegeven met de hoge WW-premie. In de praktijk bleek deze werkwijze tot softwarematige knelpunten te leiden. Als oplossing voor deze knelpunten mogen werkgevers tot en met 2021 een tijdelijke uitbreiding van het aantal uren aangeven in dezelfde IKV als het gewone dienstverband. De WW-premie over het loon dat de werknemer ontvangt in verband met de tijdelijke contractuitbreiding moet de werkgever dan wel op basis van het hoge WW-percentage afdragen. Naast deze tijdelijke oplossing blijft de standaardwijze van aangifte met een extra IKV voor de tijdelijke contractuitbreiding mogelijk.

In 2020 geen hoge WW-premie bij overwerk

In het document verduidelijkt het ministerie van SZW ook hoe werkgevers de uitzondering voor werknemers jonger dan 21 jaar, die maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van vier weken of 52 uur per aangiftetijdvak van een kalendermaand verloond hebben gekregen, moeten toepassen. Ook staat er een nieuwe vraag in over de werkgeversbetaling werknemersverzekeringen (wanneer de werkgever de WW-, ZW-, WIA-, WAO-, of WAZO-uitkering van UWV ontvangt en aan de werknemer doorbetaalt) in combinatie met loon. Bovendien is toegevoegd dat over 2020 geen enkele werkgever bij overwerk met terugwerkende kracht de hoge WW-premie hoeft te betalen. Vanaf 2021 moet dat weer wel. En in de bijlage zijn een drietal bijzondere situaties met betrekking tot de jaarurennorm opgenomen. Duidelijk wordt wanneer er wel of geen sprake is van een oproepovereenkomst.

Achtergrond van hoge en lage WW-premie

Werkgevers betalen voor alle werknemers die zij in dienst hebben premies werknemersverzekeringen. De werknemersverzekeringen verzekeren werknemers tegen inkomensverlies als ze werkloos, arbeidsongeschikt of ziek worden. Eén van de werknemersverzekeringen is de Werkloosheidswet (WW). Per 1 januari 2020 is de manier van berekening van het premiepercentage voor de WW grondig veranderd. Dit volgt uit de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) die per 1 januari 2020 is ingegaan. De gedifferentieerde premie WW is niet meer afhankelijk van de sectorindeling, maar van het soort arbeidsovereenkomst van de individuele werknemer.