U bent hier

OR & Medezeggenschap
De eerste dagen van een nieuw OR-lid

De eerste dagen van een nieuw OR-lid

Is een werknemer gekozen tot lid van de ondernemingsraad (OR), dan heeft hij er een functie als vertegenwoordiger bij. Hij overlegt met de bestuurder en de achterban over het reilen en zeilen van de organisatie. Maar wat verandert er nu eigenlijk voor een nieuw OR-lid? Waar moet hij op letten?

Er is geen toelatingsexamen om OR-lid te worden: iedereen kan zich in principe kandidaat stellen en gekozen worden. Wel gelden er kiesrechttermijnen die de OR zelf bepaalt. Toch is het wel de bedoeling dat OR-leden zichzelf gaandeweg verder ontwikkelen in het medezeggenschapsvak. Een OR-lid vergroot zijn kennis over de rechten en plichten, hoe een vergadering in elkaar steekt, wat een bestuurder wel en niet – zonder het advies of de instemming van de OR – kan beslissen, wat de OR kan bereiken, wat de rol is van de vakbonden, hoe de markt in elkaar steekt en ga zo maar door. Om te beginnen is er basiskennis nodig. Later komt er specialisatie door gewoon ervaring op te doen, te luisteren en praten met de bestuurder, de achterban en deskundigen en door andere OR-leden te spreken.

Nieuw OR-lid krijgt veel informatie

De eerste dagen leert het OR-lid zijn OR-collega’s kennen en wordt duidelijk of de OR een inwerkprocedure voor nieuwe OR-leden heeft. Het is handig voor een nieuw OR-lid om een notitieblok bij de hand te hebben, waarin hij al zijn vragen, afkortingen, namen en andere belangrijke zaken vastlegt. Hij moet leren over de producten en diensten die de organisatie levert, de financiële situatie en wie de dagelijkse leiding heeft. Er komt veel nieuwe kennis op hem af, maar gelukkig is er hulp van de andere OR-leden en staffunctionarissen (die ook deel uitmaken van de achterban), zoals de arboprofessional. Denk ook aan afdelingen als financiën, Human Resources, automatisering, juridische zaken en Research & Development.

Nieuw OR-lid moet bestuurder leren kennen

Volgens artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is de bestuurder de gesprekspartner van de OR. Dit is meestal de directeur of de voorzitter van de raad van bestuur (RvB). De bestuurder heeft altijd een eigen orgaan boven zich, dat hem kan aannemen of ontslaan. Denk aan commissarissen, een raad van toezicht (RvT) of een aandeelhoudersvergadering. Meestal heeft de bestuurder een managementteam (MT). Zijn teamleden brengen hun eigen kennis, visie en ervaring mee. Voor het nieuwe OR-lid is het belangrijk om te weten wie in het MT zitten, omdat zij – net als de OR – het beste voor de organisatie proberen te bereiken. De hooggeplaatste leidinggevenden missen echter directe en dagelijkse ervaring op de werkvloer. Daar ligt de kracht van de OR. Door het contact met de achterban, weet de OR wél heel goed wat er speelt op de werkvloer.