U bent hier

Onderneming & Arbo
Eerste Kamer akkoord met tragere stijging AOW-leeftijd

Eerste Kamer akkoord met tragere stijging AOW-leeftijd

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Verandering koppeling AOW-leeftijd goedgekeurd. Dit wetsvoorstel regelt dat de AOW-leeftijd (formeel gezien) vanaf 2026 op een andere manier aan de gemiddelde levensverwachting wordt gekoppeld.

Het wetsvoorstel – dat voortkomt uit het pensioenakkoord – moet de leeftijd waarop mensen recht krijgen op een AOW-uitkering, op de lange termijn in een minder hoog tempo laten stijgen. In de afgelopen jaren is de AOW-leeftijd snel gestegen, maar niet iedereen lukt het om tot de AOW-leeftijd te blijven werken. Daarom komt er vanaf 2026 een twee-derde-koppeling: als de levensverwachting met een jaar toeneemt, stijgt de AOW-leeftijd met acht maanden. Op basis van de huidige regels geldt nu nog dat vanaf 2025 de AOW-leeftijd met een jaar omhooggaat als de levensverwachting met één jaar toeneemt. Deze één-op-één-koppeling wordt dus uit wet gehaald. De koppeling van de pensioenrichtleeftijd aan de levensverwachting wordt op vergelijkbare wijze aangepast.

Wetsvoorstel bepaalt dat AOW-leeftijd in 2025 67 jaar is

De AOW-leeftijd van 2025 moest al vóór 2020 worden vastgesteld op basis van de huidige wetgeving. Het resultaat van die berekening was 67 jaar en drie maanden. In het wetsvoorstel staat echter dat de AOW-leeftijd in 2025 67 jaar zal zijn. Dat is dezelfde leeftijd als in 2024. Als het kabinet de nieuwe berekening met de twee-derde-koppeling voor 2025 zou gebruiken, zou de uitkomst ook 67 jaar zijn. Door de instemming van de Eerste Kamer met het wetsvoorstel Verandering koppeling AOW-leeftijd, stijgt de AOW-gerechtigde leeftijd (infographic) in de komende jaren als volgt:

2020: 66 jaar en vier maanden
2021: 66 jaar en vier maanden
2022: 66 jaar en zeven maanden
2023: 66 jaar en tien maanden
2024: 67 jaar
2025: 67 jaar
2026: afhankelijk van ontwikkeling levensverwachting (met twee-derde-koppeling)