U bent hier

Onderneming & Arbo
Pensioenpremie voor iedereen gelijk percentage van loon

Pensioenpremie voor iedereen gelijk percentage van loon

In het conceptwetsvoorstel Wet toekomst pensioenen, dat het kabinet ter internetconsultatie heeft aangeboden, is opgenomen dat voor alle pensioendeelnemers de verschuldigde premie een gelijk percentage van het loon gaat bedragen. Er kunnen voor de verschillende vormen van pensioen en voor verschillende pensioenregelingen wel verschillende premies worden vastgesteld.

In het pensioenakkoord is opgenomen dat er een einde komt aan de doorsneesystematiek. In dit systeem bepalen de tijdsevenredige opbouw en leeftijdsonafhankelijkheid de hoogte van de premie. Door de afschaffing van deze systematiek gaat iedere pensioendeelnemer straks een gelijk percentage van zijn loon als premie afdragen. In het conceptwetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is daarvoor dan ook opgenomen dat (na de overgangsfase) deelnemers alleen pensioen kunnen opbouwen in een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke (vlakke) premie. Hierdoor moeten pensioenovereenkomsten persoonlijker en meer transparant worden. Ook sluiten ze dan beter aan bij de dynamische arbeidsmarkt en betaalt niemand meer een te hoge (jongeren) of te lage premie (ouderen).

Compensatie voor lagere pensioenopbouw

Deelnemers die door de aanpassingen te maken krijgen met een lagere pensioenopbouw komen in aanmerking voor compensatie. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Zo zullen door de overstap op een nieuwe pensioenovereenkomst financiƫle resultaten eerder leiden tot een verhoging van de pensioenen of de voor het pensioen gereserveerde vermogens. De solidariteitsreserve is hier ook een voorbeeld van.

Overgangsrecht voor mensen die al premieovereenkomst hebben

Voor pensioendeelnemers die al pensioen opbouwen in een premieovereenkomst met een progressieve premie, komt overgangsrecht. Het wetsvoorstel gaat pas voor deze groep gelden als zij overstappen naar een andere werkgever. Dan gaat de leeftijdsonafhankelijke premie van toepassing voor hen zijn.
Er kan tot 12 februari 2021 gereageerd worden op het wetsvoorstel.