OR moet zich aan vastgestelde zittingstermijn houden

De zittingsduur van de ondernemingsraad (OR) is vastgelegd in het OR-reglement. Mocht de zittingstermijn van de OR aflopen terwijl er net een belangrijke reorganisatie speelt, dan komt dat niet zo goed uit. Toch doet de OR er goed aan om zich aan de vastgelegde zittingstermijn te houden.

Volgens artikel 12 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) treedt de voltallige OR in principe na 3 jaar af. In het OR-reglement (artikel) mag de OR ook een afwijkende zittingstermijn vastleggen, namelijk dat de voltallige OR na 2 of 4 jaar aftreedt of dat iedere 2 jaar de helft van de raadsleden aftreedt. De OR is verplicht om de bepalingen uit de WOR en het eigen OR-reglement na te leven. De OR mag de zittingsperiode niet zomaar oprekken, ook niet door nog even het reglement aan te passen. Dit soort wijzigingen zijn namelijk pas met ingang van de eerstvolgende algemene verkiezingen (toolbox) van kracht.

OR overtreedt wet en OR-reglement

Toch komt het wel voor dat een OR aan het eind van zijn termijn nog even aanblijft, bijvoorbeeld omdat de raad te laat is begonnen met het organiseren van OR-verkiezingen of omdat een belangrijke ontwikkeling bijna is afgerond. Dan gaat het om één of hooguit enkele maanden. Als de OR nog langer wil aanblijven, moet hij aan alle betrokkenen – werknemers, de bestuurder en de vakbonden die leden hebben in de organisatie – vragen of ze bezwaar hebben tegen een verlenging. Maar let op: zelfs met toestemming van alle betrokkenen overtreedt de OR op dat moment wet en reglement; de OR is dan niet meer rechtsgeldig. Komt de OR onverhoopt voor de rechter te staan, bijvoorbeeld vanwege een conflict met de bestuurder, dan loopt een niet-rechtsgeldige OR het risico dat de rechter zijn verzoek- of verweerschrift niet in behandeling zal nemen.

Tussentijdse of algemene verkiezingen organiseren

Zijn er tussentijdse vacatures, dan moet de OR mogelijk tussentijdse verkiezingen organiseren. Veel reglementen bevatten de bepaling dat dit in de laatste half jaar van de zittingsperiode niet hoeft. Geen andere partij kan van de OR verlangen om in die laatste maanden toch tussentijdse verkiezingen uit te schrijven. De OR kan wel op eigen initiatief vervroegde verkiezingen organiseren. Voorwaarde is dat alle OR-leden het hiermee eens zijn.