U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Echt geen zakelijk gebruik auto bij arbeidsongeschiktheid

Echt geen zakelijk gebruik auto bij arbeidsongeschiktheid

Bij het einde van de dienstbetrekking, tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid of loonbaanonderbreking is geen sprake meer van zakelijk gebruik van de auto van de zaak. Dit staat in een aangepaste handreiking van de Belastingdienst.

Voor een werknemer die een auto van de zaak rijdt moet de werkgever rekening houden met een bijtelling (tool) als de werknemer meer dan 500 kilometer privé met deze auto rijdt. De Belastingdienst heeft nu in een verbeterde handreiking (in de oude stonden onjuistheden) nog eens benadrukt dat in de volgende gevallen geen sprake meer is van zakelijk gebruik en moet er dus bijgeteld worden. Het gaat om de volgende situaties:

  • het einde van de dienstbetrekking;
  • tijdelijke arbeidsongeschiktheid;
  • blijvende arbeidsongeschiktheid;
  • loopbaanonderbreking.

Witte of groene tabel toepassen?

Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid en loopbaanonderbreking is sprake van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. De werkgever moet dan de witte tabel gebruiken. De bijtellingsregeling blijft ook doorlopen als de werknemer door ziekte niet in de auto kan rijden. Het bedrag van de bijtelling is loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW).
Als de werknemer een auto privé blijft gebruiken na het einde van de dienstbetrekking of bij blijvende arbeidsongeschiktheid is het bedrag van de bijtelling loon uit vroegere dienstbetrekking. De werkgever moet dan dus de groene tabel gebruiken. Het bedrag van de bijtelling is loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW. Maar de werkgever betaalt er geen premies werknemersverzekeringen over.

Excessief privégebruik leidt tot hogere waarde privégebruik

Als de werkelijke waarde van het privégebruik duidelijk hoger is dan de bijtelling, is er sprake van excessief privégebruik van de auto. De werkgever moet dan uitgaan van de hogere waarde van het privégebruik. De bijtelling is altijd loon van de werknemer. De werkgever kan dit loon dan dus ook niet aanwijzen als eindheffingsloon. Hierop geldt één uitzondering: het deel van de bijtelling voor buitengewone beveiligingsmaatregelen kan de werkgever wel als eindheffingsloon aanwijzen.