U bent hier

OR & Medezeggenschap
Nederlanders zijn kampioen thuiswerken

Nederlanders zijn kampioen thuiswerken

Ruim 5 miljoen Nederlanders werkten in 2023 gedeeltelijk thuis. Dat is 52% van alle werkenden en daarmee is Nederland koploper in de Europese Unie. Dat blijkt uit cijfers die het CBS vorige week presenteerde. De ondernemingsraad (OR) doet er goed aan om met de bestuurder de (on)mogelijkheden van thuiswerken te bespreken.

Tussen 2021 en 2023 steeg het aantal thuiswerkers van 5,0 miljoen naar 5,1 miljoen. Wel was er in die periode sprake van een verschuiving van het aantal uren dat werkenden vanuit huis werkten. Zo steeg het aantal werkenden dat soms (tot de helft van de gebruikelijke arbeidsduur) thuiswerkt van 3,1 miljoen naar 3,8 miljoen, maar daalde het aantal mensen dat meestal (meer dan de helft van de arbeidsduur) thuiswerkt van 1,9 miljoen naar 1,3 miljoen. Gemiddeld werkten thuiswerkers 15 uur per week vanuit huis, iets minder dan de helft van hun uren. Werkenden in de ICT-sector en met een creatief of taalkundig beroep spanden de kroon. Van hen werkten 9 op de 10 gedeeltelijk thuis. Dat gold ook voor managers, van wie zo’n driekwart soms thuiswerkte.

Nederland is koploper in de Europese Unie

Van alle Europese lidstaten is Nederland kampioen thuiswerken. Met 51,9% van de werkenden die meestal of soms thuiswerken stond Nederland in 2022 bovenaan de lijst met thuiswerkers (gemiddeld in de 27 EU-lidstaten: 22,4%). Met name het percentage werkenden dat soms thuiswerkt is in Nederland relatief hoog (39,2%). In andere landen met veel thuiswerkers, zoals Finland en Ierland, ligt juist het percentage dat meestal thuiswerkt hoger (respectievelijk 23,1% en 25,3%).

OR heeft rol bij thuiswerkbeleid

Thuiswerken kan bijdragen aan een hogere productiviteit en tevredenheid en een betere werk-privébalans bij werknemers. Er zijn echter ook de nodige aandachtspunten bij een thuiswerkbeleid (artikel). De ondernemingsraad doet er daarom goed aan om regelmatig met de bestuurder de (on)mogelijkheden van thuiswerken te bespreken en te evalueren. De OR kan bij de achterban navragen wat hun ervaringen en wensen zijn met betrekking tot thuiswerken en dit met de bestuurder bespreken. Bij verschillende onderwerpen in het thuiswerkbeleid heeft de OR bovendien instemmingsrecht, zoals bij de vaststelling van arbeids- en rusttijden (artikel 27, lid 1b WOR). Dring er bij de bestuurder op aan dat hij een regeling voor de werktijden van werknemers opneemt in het beleid en dat hij binnen de organisatie duidelijk communiceert over het thuiswerkbeleid.